Het goede nieuws is dat ik antibiotica heb weten te voorkomen! Yeah! Go me!
En nog meer goed nieuws is dat ik me een heel stuk beter voel. Er wordt nog goed gehoest en de stem is nog niet je-van-het maar hee, het is al heel wat.
Als ik ziek ben geweest krijg ik altijd een moment waarop alles. Schoon. Moet. Nu.
Ik had de afgelopen dagen al een hoop geruimd in huis, maar vanmorgen was ik er helemaal klaar mee.
De bedden zijn afgehaald en de was draait. Alle kleren die ik nog kon vinden zijn in de was. Ik rauste door de woonkamer, ruimde troepjes op, stak een lekker wierrookje aan en deed kaarsjes aan. Als het buiten guur en donker is, mag het binnen warm en gezellig zijn.
Het bosje trosanjertjes dat ik gisteren kocht is lieflijk verdeeld over verschillende kleine vaasjes op de eettafel, koffietafel en piano.
En toen liet ik mijn blik vallen op de gang.
We hebben een beetje een lastige verhouding met de gang. Het schijnt, dat als je je huis vergelijkt met je lijf, je daaraan goed kunt zien waar je stagneert. Heb je bijvoorbeeld altijd troep in je keuken, zou dat iets te maken hebben met voeding.
Ik weet niet of het allemaal zo is, maar feit blijft dat de gang bij ons snel een zooitje bleef worden, en de gang staat, las ik, voor je verleden. Heh. Ahem. Ook kom je er natuurlijk door naar binnen, en andere mensen die je huis in komen ook, het is daarom zonder meer fijn als dat een prettige ruimte is. Als je al binnenkomt in een zooitje...
Ik had daarom de laatste tijd met zachte hand mijn huisgenoten aangespoord om iets minder enthousiast hun schoenensloffenjassentassenmutsenhandschoenen te laten slingeren.
De plankjes waren afgestoft, spulletjes waren weggedaan.
Ik had een lief zeepstenen Boeddhaatje besteld, die deze week binnen was gekomen.
En toen deed ik vanmorgen dit:
De vuursteentjes vond ik op het strand.
En Anke zag, dat het goed was ;-)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Wat fijn dat je een bericht achterlaat :)