Dan puft de mevrouw, draait de rollator om en gaat er moeizaam op zitten.
"Hallo mevrouw, gaat het? Kan ik u ergens mee helpen?" zeg ik vriendelijk.
"Nee hoor, ik moet alleen even zitten."
Ik zie de zweetdruppeltjes op haar voorhoofd en kijk omhoog, naar de felle zon.
"Is het fijn in de zon, of wilt u even in de schaduw?"
Nee, schudt ze. Ze wil alleen even zitten. En dan begint ze te praten. Over dat ze erg moe is, maar ze wil toch per sé elke dag even lopen. Al is het maar een kilometer. Ze heeft M.S., zie je, al 52 jaar.
Iets in mij reageert weer, terwijl ik begripvol knik.
Mijn vader overleed na 31 jaar M.S.. Er is natuurlijk geen enkele manier waarop de aardige mevrouw dat kan weten.
"Wat goed, zeg." zeg ik dan. "Dat u elke dag gaat lopen. Dat zal zeker helpen om fit te blijven."
Ze knikt en vertelt verder over medicatie, kinderen, het leven. Ik luister en knik her en der.
Tweeënvijftig jaar. Mijn vader zou dit jaar 81 zijn geworden, maar die is intussen al ruim negen jaar niet meer bij ons.
Ik glimlach naar deze sterke mevrouw die ik helemaal niet ken. Dan staat ze op en we lopen allebei verder.
Wat een bijzondere ontmoeting.