De regen striemt tegen de ramen. Bijna horizontaal komt het in stromen naar beneden. Ik sta in de keuken als ik beweging zie in de voortuin. Het is de postbode, die in een doorweekt zwart met oranje regenpak snel in onze windvang komt staan en huivert. Hij komt duidelijk even schuilen.
Ik heb het best met hem te doen, eigenlijk. Tuurlijk is het zijn werk en is hij vast niet van suiker, maar het is gewoon echt rotweer. Liefst zou ik hem even binnenvragen en koffie aanbieden, maar dat zal hij vast niet willen, en al helemaal niet in coronatijd.
Maar in de gang staat nog de kom met snoepjes, die gisteravond buiten stonden voor Sint Maarten. Zal ik?
Voor ik het helemaal besloten heb loop ik al naar de gang, pak de kom en open de voordeur.
"Goedemorgen, ik dacht, misschien wil u een snoepje?"
Hij kijkt me verrast aan en reikt in de kom.
"Moet ik zeker ook nog een liedje zingen?" grapt hij terug.
Ik lach.
"Schuil maar rustig, hoor!" zeg ik, en ik loop weer naar binnen.
Hij staat er een poosje totdat de regen afneemt. Dan loopt hij terug naar zijn fiets, en even later loopt hij weer de voortuin in. Dit keer kleppert de brievenbus: de post is er.
Geweldig, en hij heeft niet eens een liedje gezongen. Gelukkig heb je toch geen post gekregen ha ha ha.
BeantwoordenVerwijderenWat een heerlijk verhaal! Goed gedaan! Die postbode was vast heel blij met je. Ik stel me zo voor dat je zijn dag helemaal hebt opgefleurd.
BeantwoordenVerwijderenDank je wel! Heel leuk om te horen :-)
Verwijderen