Maar laat ik beginnen bij het begin.
Ik heb een stoel. En dan niet zomaar een stoel, maar echt de meest perfecte stoel die bestaat (in mijn nederige mening). Hij zit heerlijk, omdat het kussen open kan en ik daar allerlei dingen heb ingestopt (een oude handdoek bij de schouderbladen voor de steun, een dun traagschuim kussentje voor de billen) zodat hij helemaal gecustomised is voor mij. Hij kan draaien, hij is breed genoeg dat ik me er in kleermakerszit in kan vouwen, laag genoeg voor mijn ik-ben-echt-niet-kort-maar-gemiddeld en heeft armleuningen op de juiste hoogte.
En ze maken ze niet meer. De eien. En er is er een keer eentje stuk gegaan. Je snapt dus dat toen ik op Marktplaats een Smedsta (want over die stoel hebben we het) tegenkwam met ook nog een superleuke niet-originele teddystof, mijn interesse dik gewekt was. Ook nog eens voor maar twintig euro, wat tegenwoordig een koopje is want ik ben duidelijk niet de enige die deze stoel perfect vindt: ze zijn populair.
Één klein nadeeltje maar: stoel was in Breda. Maar hee. Breda is leuk!
Ik sprak met de aardige mevrouw op MP af dat we hem zaterdag (vandaag dus) konden halen en vanmorgen gingen we al op tijd in de auto. We gingen eerst even Breda in, en dan De Stoel halen.
Breda is inderdaad nog steeds leuk. Het heeft een prachtig kasteel waarvan je geen foto's mag maken dus hier alleen een glimp van de ingang:
Het heeft ook veel gezellige monumentale straatjes (met een zeer bovengemiddelde hoeveelheid galajurkenwinkels en speelhallen, ik heb geen idee hoe dat zit, houden Brabanders enorm van gala's en speelhallen?). Het enige jammere was dat het echt drieletterwoordweer was. Oh, man. De heenweg was al hectisch, want het zicht was belabberd en we zagen meerdere bijna-botsingen om ons heen. Maar het regende eenmaal in het centrum lekker door dus na even schudden we de paraplu's uit en schoten we een winkelcentrumpje in: de Barones.
wat zou het voorstellen?
Het was er hartstikke gezellig en er was ook nog een Halloween-ding waar we doorheen liepen. Ik ben op zich helemaal niet zo'n fan van Halloween, geef mij maar schattige kindjes die liedjes zingen met St. Maarten of el Día de los Muertes (zoals ze dat zo mooi vieren in Mexico en delen van Latijns America, met weliswaar schedels maar vooral met veel liefde en leuke gedichten voor elkaar maken en zo). Toch was dit gewoon zomaar wel even heel leuk.
We liepen terug langs de prachtige kerk waar ik ooit een foute noot zong pal voor het gezicht van de componist (maar dat is een verhaal voor een ander moment) en waren ruim op tijd terug bij de auto, zodat we ook ruim op tijd de stoel konden halen. Ik wilde genoeg marge hebben want Sophie moest om vijf uur werken.
De stoel was inderdaad prachtig en de mevrouw inderdaad vriendelijk dus binnen enkele minuten zaten we al weer in de auto en ik checkte de route.
Oei. Dubbel oei. In plaats van anderhalf uur schatte Maps dat we er tweeënhalf uur over zouden rijden. Oei, oei. Dat zou ons net op tijd maken voor Sophie's werk, als we haar langs zouden brengen, en als er niks anders fout zou gaan op de weg.
We vertrokken maar gauw. Intussen was het redelijk droog maar het kwaad op de weg was duidelijk al geschied. En nog altijd deden mensen allerlei rare dingen. Ken je dat soort dagen? Alsof iedereen de storm in z'n kop heeft? Er waren dus ook blijkbaar werkelijk overal ongelukken gebeurd. Ik checkte de route steeds en probeerde in te schatten welke weg naar Rome (oh nee, Alkmaar) de beste was. Uiteindelijk namen we toch maar de A2, hopende dat de grote file aan het einde op zou lossen onderweg.
Spoiler alert: hij loste niet op. Maar: Maps had wel een alternatieve route naar de A9! Top! Dat zou tien minuten schelen! Vakkundig leidde ik Ben langs een afslag, wat stoplichten, nog een afslag en....... we konden niet rechtdoor. Afgesloten. Vertwijfeld en beschuldigend keek ik naar de app op mijn telefoon. Die gaf geen sjoege en wilde ook geen alternatieve route bieden, koppig bewerend dat de dichte weg niet dicht was. Sophie ging nu zeker te laat komen. Ik riep met net iets teveel decibellen een woord dat begint met F, en verontschuldigde me direct.
"Sorry." zei ik. "I'm very frustrated."
"There were subtle clues." sprak Sophie droog vanaf de achterbank.
Tja, wat moet je? We keerden maar weer om en ik begon met navigeren, terug naar de file.
Voor een stoplicht stonden we naast een grote, witte auto, en de mevrouw daarin gebaarde naar Ben om het raam te openen. Oh jee, dacht ik. Is er iets mis met de auto? Maar nee.
"Weten jullie misschien hoe ik in Hemelsnaam naar Alkmaar moet komen?" sprak ze vertwijfeld met een Limburgse tongval. "Ik ben al drie uur onderweg vanuit het zuiden."
"Wij gaan ook naar Alkmaar!" riep ik terug. "Hier naar links en dan terug naar de A2."
Ze keek niet opgelucht.
"Weet je wat, rij maar achter ons aan!" zei ik dan maar. Ze knikte verheugd, terwijl het stoplicht op groen sprong.
We reden terug de file in, af en toe checkend of de mevrouw nog achter ons zat. De grote witte auto volgde ons gedwee door de file. Afslaan, nog meer file, nog meer afslaan, en toen waren we dan op de A9 en de file was eindelijk voorbij. Nog altijd werden we gevolgd door de mevrouw, maar toen trok ze op, haalde ons in en zwaaide, met een kushandje ten teken: bedankt, I've got it from here.
En dat helpt dan toch, hoor. Hebben we in elk geval nog een kleine goede daad weten te doen.
Drie uur nadat we vertrokken kwamen we thuis aan, Sophie intussen een kwartier te laat gedropt bij het restaurant. En ondanks de file was het gewoon een hartstikke goede en bijzondere dag.









