Translate

dinsdag 1 april 2025

Kikker in je bil...

 Na het daverende succes van de eendjes vorig jaar, had ik al een maand of elf de volgende één april grap in huis. 

Kikkers. 

Het ging nog bijna mis want ik heb echt, écht geen pokerface, maar gelukkig was ik erg moe toen Sophie van de week vroeg:
"What are you doing this year for April Fool's?"
Ik bromde wat en haalde mijn schouders op alsof dát nu wel ongeveer het láátste was waar ik ooit aan gedacht had. Ze trapte er in, hihihi. 

Vanmorgen was ik vroeg wakker en ik sloop de trap af naar mijn stoel, waarachter de intussen genummerde kikkers lagen te wachten in hun zakje, verstopt onder een tasje. Ik legde ze overal. En ik maakte een blaadje met 113 nummers erop en legde dat op tafel. (Lieve vriendin Miranda vroeg, toen ik vertelde dat ik ze had genummerd: "Welk nummer heb je overgeslagen?" Ik reageerde met: "Wat ben jij gemeen en briljant!" Maar nee hoor, ik sloeg niks over). 

Ben was als eerste beneden. Hij zag een kikker, maar niets klikte nog. Hij zag nog een kikker. 
Het was bij de vierde kikker dat hij opkeek. 
"There are a lot of frogs here."
Hi-la-risch. 
Intussen was het eindelijk tijd om Sophie wakker te maken dus ik liep met twee kikkers in mijn hand naar boven en legde er stiekem één op haar kussen naast haar en ééntje op haar boek voor Engels. 
En dan ziet ze dat dus niet, hè. En ik maar hints strooien. Is dit je favoriete kussensloop? Hoe gaat het met Wuthering Heights? Nee hoor, niks. 
Tot ze uiteindelijk omrolde en de kikker zag en direct doorhad hoe laat het was. 

Het is echt heerlijk om, als aanstichtster, in je stoel te zitten en ze kikkers te zien zoeken. Geweldig. Ben zegt niet zoveel maar je ziet hem genieten. Sophie is wat duidelijker in haar mimiek, hahaha. 

En dan nu de tussenstand: ik meen dat er nog 20 kikkers van de 113 kwijt zijn. Sophie heeft nog niet door dat er ook kikkers in de studio zijn, geloof ik. De pret zal nog even doorgaan want de komende tijd komen er uit de gekste plekken in ene kikkers zetten.
Ik hou hiervan. 





Doen jullie ooit iets op 1 april? 

 

Hyperacusis: hoe het verder ging

Je knippert, terwijl je herstelt van zoiets, en zomaar zijn er maanden voorbij. Deze update typte ik grotendeels op 1 december vorig jaar. En ik deelde hem nog niet, omdat ik het wilde nalezen, en dat... nou, dat gebeurde dus niet. Deze winter was er echt eentje van naar binnen keren. Maar goed. Hier alsnog de update, beginnend in december!

 
Ik heb besloten om open te delen over het proces waar ik een maand of twee geleden ingeworpen werd. Omdat het zo waardevol is als mensen dat durven. Omdat het goed is als mensen meer weten of kunnen vinden over dingen waar ze zelf of hun geliefden misschien wel ooit tegenaan lopen. Omdat we allemaal mensen zijn en ook moeilijke dingen erbij horen.   

Mocht je deel 1 en 2 nog niet hebben gelezen, dan kan dat door eventjes door te klikken naar vorige blogs :-)


Bizar, hoe snel dingen ineens kunnen gaan als je de ingang eindelijk hebt gevonden. Op dezelfde maandag dat ik het telefoontje kreeg van de poli was ik aan het lesgeven toen ik gebeld werd door een onbekend nummer. Een zeer prettige vrouwenstem stelde zich voor als een medewerkster van het audiologisch centrum. 
"Wij hebben morgen een telefonische afspraak, maar die kan helaas niet doorgaan. Ik wilde even een nieuwe afspraak maken."
Wacht. Morgen een afspraak? Dat was volgende week, toch? De vrouw vervolgde voordat ik kon besluiten wat ik zou zeggen. 
"Oh! Ik zie hier dat het pas volgende week was. Maar goed. Ik kan nu even, of anders later."
"Wat fijn!" zei ik dan maar, terwijl ik mijn leerling (die ik gelukkig goed ken) betekenisvol aankeek. "Later is op zich handiger, maar anders maak ik nu tijd."
"Nee hoor, ik bel dan vanmiddag even, ik weet alleen niet hoe laat."

Ik bedankte haar en hing op. Hebben jullie dat ook, dat je vaak direct weet dat je een goede klik met iemand hebt? 

In de middag belde ze inderdaad terug, terwijl ik wandelde. De audiologisch psychologe, zoals ze zich voorstelde, bleek inderdaad bijzonder prettig en kundig. Ook had ze heel snel door met wat voor iemand ze te maken had. 
"We hebben bijvoorbeeld een behandelgroep." zei ze, terwijl ik nog in het park liep. "Waar mensen leren omgaan met de beperkingen."
"Ik ben niet echt een groepsmens." antwoordde ik eerlijk. "Behalve als ik ervoor sta."
Ze lachte, gaf me nog maar eens een compliment over hoe ik er mee omging, en praatte verder. 
Ik kreeg enorm veel informatie van haar. Zo vertelde ze dat ik inderdaad vooral zo min mogelijk moest beschermen, behalve bij musiceren en harde geluiden, omdat het brein er als het ware weer aan moet wennen. Ze benadrukte de rol van rust. En ze vertelde dat in haar ervaring situaties zoals de mijne doorgaans verbeteren. Ze nam uitgebreid de tijd en aan het einde van het gesprek gaf ze aan dat ze de audioloog zou spreken, de dag er na, en dat ik dan gebeld zou worden voor een afspraak. 

Ik bedankte haar voor zeker de vierde keer en we hingen op. 

Intussen had ik natuurlijk gemerkt dat dat van die rust echt klopte. Ik ben doorgaans een bijzonder intrinsiek gemotiveerd iemand maar ik had werkelijk nérgens zin in. Niet in wandelen (deed ik toch), niet in fietsen, (deed ik toch), niet in schrijven (deed ik wel maar minder dan normaal) en zelfs niet in viool studeren. Zang studeren ging sowieso niet want echt uitzingen was geen goed plan. Ik was zo ontzettend duizelig en had zo enorm veel hoofdpijn dat ik er amper van kon eten. 
Dus zo bracht ik mijn tijd door. In mijn eigen bubbel, thuis en in het park en hooguit even snel in de supermarkt. En ik gaf me er maar aan over. Misschien was dat wel precies wat ik nodig had? 


Het was nog maar een week later dat ik in het audiologisch centrum zat. Eerst kreeg ik een gehoortest van alweer een superaardige en kundige vrouw en die sprak de legendarische woorden die alles veranderden: 
Ik zie geen gehoorschade. 
Iets in mij sprong terug op zijn plek. In de wachtkamer wachtte ik vervolgens op de audioloog. 
"Ik denk dat het een virus is." sprak die even later. "Iets dat op het middenoor of op het evenwichtsorgaan is gaan zitten. Bescherm je oren altijd als je muziek maakt. Ik denk dat je nog een aantal maanden gevoelig zult blijven maar ik denk wel dat het zal verbeteren. Ook is het brein goed in nieuwe wegen vinden om met dingen om te gaan."

Een virus. Ik bedankte de audioloog en ik stond weer buiten. 
Een virus. Het woord gonste door me heen. Geen gehoorschade. De toekomst zag (en ziet) er nog altijd onzeker uit maar al heel, heel anders dan een maand of twee geleden. 

Voortvarend ging ik de weken er na naar allerlei therapeuten. Ostheopaat, homeopaat, acupunctuur. De duizeligheid verdween, de hoofdpijn bleef maar na nog een week of twee gaat ook dat gelukkig al een eind beter. 

En dat brengt me tot vandaag. 1 december, de eerste dag van de advent, de eerste luikjes van de kalenders die ik vulde zijn vandaag geopend. Ik kan weer redelijk functioneren. Het oor gaat op en neer, sommige dagen gaat het in ene weer minder, andere beter. Het is gevoelig maar lesgeven gaat met oordop, viool en piano studeren ook. Ik begin weer een beetje te zingen, heel voorzichtig, hier en daar. Ik kan gewoon even naar de supermarkt zonder al te veel problemen. Ik trek de weg redelijk, al blijven brommers afschuwelijk. Ik kan weer even de stad in. 
Al met al ben ik positief gezind over de kant die het op gaat.
Hoop je met me mee dat dit hele verhaal over een poosje gewoon een herinnering is, en geen dagelijkse realiteit meer?  


Update eind Maart 2025.

Het laatste nieuws is dat het redelijk gaat. Ik kan muziek maken en lesgeven, maar wel met oordop. Wat dat betekent voor de uitvoeringspraktijk weet ik nog niet zo goed: ik gaf laatst een concert waarin ook ensemble gezongen werd en dat was erg lastig met dop. Zelf zingen en zangers begeleiden op de piano gaat, maar dat vioolspelen niet zonder dop kan blijft een dreun omdat dat de hele klankontwikkeling verandert. De richting van het herstel is nog altijd op, maar de laatste twee weken was ik verkouden en dan krijg ik een terugslag. 
Hoe dat er in de toekomst uit gaat zien weet ik niet, en wat voor effect dat heeft op mijn leven ook niet. Momenteel kan ik bijvoorbeeld wel vrij normaal de stad in, maar brommers, rolkoffertjes, mandjes die neergekwakt worden en straatorgels zijn echt niet leuk. Harde geluiden in de keuken worden nog altijd vermeden. Zo heeft Ben heeft de liefdevolle gewoonte ontwikkeld om "CLANG!" te zeggen, vóórdat hij de pan of deksel uit de la pakt zodat ik mijn oor dicht kan doen. Of "WHIRR!" voordat hij zijn koffiebonen maalt. Autorijden gaat, maar langere afstanden vindt het oor nog niet zo leuk, en wat dat betekent voor vakanties en familiebezoekjes weet ik ook al nog niet (begin je te begrijpen waarom deze update op zich liet wachten?). Ik kan weer gewoon praten met mensen, zelfs als er meerdere zijn, alleen echt hard gepraat en huilende kinderen zijn nog heel vervelend. 

Intussen zijn we een half jaar onderweg. De KNO arts zei: het kan wel een jaar duren. 
Al met al ben ik dus nog altijd hoopvol gezind, maar wat er overblijft? Ik weet het niet. 


Mocht je hier nu zijn gekomen omdat je zelf hiermee te maken hebt, stuur me gerust een berichtje. Mijn grootste tips and tricks (maar hee, er zijn enorm veel oorzaken en dus ook enorm veel verschillende casussen en oplossingen, dus ik zeg niet dat dit dé waarheid is, he):
 - Beschermen als het moet. Dus niet zover over de grenzen dat je horendol bent geworden, want dat helpt niks.
 - Waar het kan niet beschermen. Ik ben vrij snel gestopt met oordoppen dragen buiten, en doe dan af en toe bij harde geluiden mijn oor dicht met mijn vinger. Ik merkte dat, als ik b.v. noise cancelling headphones droeg, het daarna helemaal niet meer te harden was. Je traint a.h.w. je hersenen weer om gewone geluiden te accepteren. 
 - Doe dit liefdevol naar jezelf. Zoals alles. We hoeven niet van nul naar honderd. Daar zit ook nog tien tussen, twintig, etc. Het mag in stapjes. 


Hopelijk deel ik over een paar maanden een nieuwe update waarin ik kan zeggen dat ook die laatste beperkingen verdwenen zijn. Bedankt voor alle lieve berichten, voor de positieve vibes en voor dat er aan me gedacht wordt! <3





zaterdag 22 maart 2025

Ode aan de Lente

 Ik zat zojuist buiten, in de tuin, op het bankje een beetje te schrijven in een mooi boekje, onder de nog kale takken van de appelboom die serieus lijkt te overwegen of vandáág de juiste dag is om te ontploffen in een zee van bleekroze bloesems. 

Ik hou zo van dit begin. Het heerlijke gevoel van opluchtende eindeloosheid, van de winter die nooit verder weg is dan nu, van oneindig licht en warmte in het vooruitzicht. Van je opvouwen in de stoel met een boek, zonder kruik en dekentje, terwijl rozen uitbotten en zich klaarmaken om te ontvouwen in donkerroze. Van de eerste vlinder (een citroengeeltje, dit jaar) en de eerste hommel, van houten spellen spelen in de avond in het park want het is toch nog licht en droog en warm genoeg, van mogelijkheden en energie en groen en kleurenpracht en plafonds van wuivende, nieuw geboren bladeren boven mijn neus, die gulzig de geuren van ontluikende natuur opsnuift. Van de kachel uit en de deur open, terwijl het genadig nog te vroeg is voor fruitvliegjes en muggen. 

Overheerlijk, dit. 




zondag 2 maart 2025

Als een kies trekken goed fout gaat

Stilte, diepe stilte is er geweest op mijn blog. En dat terwijl er verschillende draughts klaar stonden, met updates over de hyperacusis, en andere dingen. Maar in ene stonden de afgelopen paar maanden, na een bijzonder intensief jaar (mocht je dit niet mee hebben gekregen kijk gerust even naar wat vorige blogjes :)), in het teken van herstellen. 
En dat ging eigenlijk best behoorlijk. 
Maar toen moest vorige week vrijdag mijn verstandskies getrokken worden.

Nu hoor ik je denken. "Je verstandskies? Was jij niet in de veertig?"
Yep. Anke, die doorgaans nogal vroeg begon met van alles, kreeg haar tanden en kiezen altijd heel laat. Ik had zeg maar eerder mijn VWO diploma dan mijn laatste kiezen gewisseld. Dus wellicht kon het daardoor komen dat ik op mijn 42-ste, toen ik er nooit meer eentje had verwacht, in ene een halve verstandskies kreeg. 
Een halve, ja. Tuurlijk, het hele ding bestond, maar de helft brak maar door in een Munch-achtige houding, vertwijfeld naar boven starend en roepend. "Help! Ik heb geen plek! Ik kan er niet langs!"
En  weet je wat er dan gebeurt? Nou, dan halen ze 'm er dus uit. Béétje jammer. 

Op vrijdagochtend kwam ik aan in het ziekenhuis, gewapend met hulptroepen (mijn moeder), een koptelefoon en solo Bachviool, zodat ik in een zen-wolk de behandeling kon doormaken. Wat me eigenlijk prima af ging. Halverwege de fuga van de eerste sonate begreep ik aan de bewegende hechtdraad boven me dat de kies eruit was. Triomfantelijk stond ik weer buiten. Klaar! Ik beet netjes op het gaasje tussen mijn tanden en we besloten om meteen maar even paracetamol en zo te kopen in de Mare. In de Holland and Barrett kocht ik voor één keer lekker zacht glutenvrij brood. Mijn normale chapati's leken me even niet zo verstandig. Ik vertelde de aardige mevrouw achter de kassa waarom en ze wenste me een fijn weekend. "Dat gaat nu vast lukken!"
Ik was zo blij dat alles achter de rug was dat ik ook nog heerlijk 6 kilometer ging wandelen in het park. Het was de eerste lente-achtige dag! Daar moet je van genieten, toch? Ik richtte mijn aangezicht richting de hemel en slurpte de zonnestralen op. 

En toen... 
Nou, toen ging het dus enorm veel pijn doen. En zwol het gigantisch op. Zaterdag en zondag waren niet grappig. Ik begon me zorgen te maken over of dit wel normaal was. Op maandagochtend belde ik de poli en mocht in de middag even langskomen. 
"Ja hoor, dit valt nog onder normaal." sprak de kaakchirurg. "Ik zal het wel even schoonspuiten om te checken of er geen vuil in zit. Dit is de piek, hierna wordt het minder."
Nou, jongens. Ik heb toch echt een vrij goed sociaal masker, mij heb je niet snel. Maar als je mij aan het gillen krijgt, dan weet je dus dat het echt pijn doet. Ze schreef me een sterkere pijnstiller voor en we gingen weer terug naar huis, maar eenmaal daar maakte ik me zorgen. Ze had niks gezegd over de harde, pijnlijke bult die in mijn wang zat. Kwam dit wel goed?
 
De nacht van maandag op dinsdag was Echt. Niet. Grappig. Ik had zo'n ontzettende pijn dat niets meer hielp. De pijnstiller durfde ik niet te nemen wegens bekende bijwerkingen voor je buik, dus ik zat het uit en belde zodra de poli open ging weer. 
"Heeft u de tramadol genomen?" sprak de assistente. 
"Nee, maar die heb ik überhaupt nog niet genomen deze hele week dus dat is niet veranderd."
"Tja." sprak ze belerend. "Als u de pijnstiller niet neemt is het natuurlijk niet zo raar dat u pijn heeft, hè?"
Iets in mij gilde maar ik bleef rustig.
"Nou, ik heb in het hele proces alleen paracetamol genomen, dus ik kan goed beoordelen dat het in ene een stuk pijnlijker is geworden. En de arts zei dat het nu juist beter zou moeten worden."
"Oh. Ik zal even overleggen."
Nog geen tien seconden later was ze terug.
"Kunt u langskomen om 13:20?"
 
Daar gingen we weer. Een andere dokter dit keer (overigens zijn ze allemaal even aardig). Hij betastte mijn wang terwijl ik kreunde van de pijn en knikte meelevend. 
"U heeft een abces. Ik zal het open moeten maken. Ik ga het wel verdoven, maar helaas werkt de verdoving in dit soort gevallen niet goed. Het zal dus flink pijn doen, daar moet u zich wel op instellen. U mag in de wachtkamer wachten, ongeveer een half uur à drie kwartier."
Beduusd stond ik buiten. En eerst dacht ik jeetje jongen, moet je dat nou wel melden? Nu zit ik me drie kwartier op te vreten als voorbereiding op heftige pijn. Maar ik kalmeerde mezelf. Want wat moet je? het moet toch gebeuren. Ik keerde in mezelf en probeerde rustig te blijven. 
Er is maar één weg en dat is er dwarsdoorheen. Goed dat 'ie me had voorbereid. 

Een half uur later lag ik weer in de stoel. Ogen dicht. En ja. Het was pijnlijk. Niet alleen dat, maar ook ranzig. 
"Heb je al pus gezien?" sprak de één tegen de ander. "Oh, daar een beetje. Oh, nu is het wel heel duidelijk."
Dan lig je daar dus hè, met je mond open, en het gaat over jóu! 
Even later ging de hechtdraad weer heen en weer boven mijn ogen. Een drain in mijn mond zodat eventuele troep eruit kon. Geen antibiotica, nog, legde de arts uit, meestal kan het lijf het nu zelf wel oplossen. 

Ik had er weinig fiducie in. 

De pijn was beduidend minder de rest van de dag maar de wang bleef zwellen, en zwellen, tot de huid glanste en pijn deed, en ik bang was dat er iets zou scheuren. Mijn mond kon intussen helemaal niet meer open, zelfs een lepel kreeg ik er niet in. Je raadt het al: woensdagochtend opende de poli en hing ik weer aan de lijn. 
"Kom maar deze kant op." sprak de vriendelijke assistente. 
En echt hè, als ze dat eenmaal zeggen... dan weet je dat je een ding hebt. Mijn lieve moeder kwam weer en ging met me mee. Ik meldde me aan bij de balie en maakte nog maar eens een grapje want mijn humor is vrij onvermurwbaar.
"Ja mooi he? Ik doe straks mee met een schoonheidswedstrijd." 

Weer een nieuwe arts, een hele jonge dit keer. Hij deed me eerst even heel veel zeer en stuurde me toen naar het lab om bloed te prikken. 
"Als de waardes redelijk zijn krijgt u antibiotica, anders moeten we een scan maken en nieuwe ingrepen doen."
Gezellig, zo'n ziekenhuis, joh. We werden gelukkig snel geholpen bij het lab en moesten vervolgens een uur tot anderhalf uur wachten op de uitslag. 
"Ik ga wel even naar buiten." zei ik aan de balie, met een zijdelingse blik op de wachtkamer waar ik al te veel tijd had doorgebracht. "Niet lang, want ik heb geen jas bij me."
Vriendelijke ogen in een prettig gezicht omlijst door halflang wit haar keken me aan. 
"Wil je anders mijn jas even lenen? Dan kun je lekker even wandelen."
Ik moest er bijna van huilen. Zei ze dit nu echt? Kwam ze nu echt achter de balie vandaan en liep ze nu echt naar haar locker om haar eigen persoonlijke jas te halen om die te lenen aan een wildvreemde patiënt? Ze kwam terug en hield een heerlijk warme jas voor me uit. 

En weet je? Dit bewaar ik in mijn hart. Dat iemand zoiets doet, voor een wildvreemde in een rotsituatie, die vervolgens even naar buiten kan, even hertjes en lama's kan kijken in de kinderboerderij om de hoek. Je wordt geleefd, op zo'n moment, en dit soort dingen maken dus echt het verschil. 

"Je waardes zijn redelijk." zei de arts toen we weer in zijn spreekkamer zaten. "Ik schrijf antibiotica voor, en je moet de hele tijd blijven masseren zodat de antibiotica zijn werk kan doen en het niet inkapselt."

Vanaf toen ging het steeds wat beter. Vrijdag ging de drain eruit bij alweer een andere arts, een wat oudere dit keer, die me op het hart drukte te bellen als het zou verslechteren en vooral te blijven masseren. 
"Doe je nog een beetje rustig aan?" sprak ze met de mensenkennis die je vast cadeau krijgt als je heel lang zo'n beroep hebt. "Je hebt een fikse ontsteking gehad!"
Ze legde uit dat het wel een paar weken kan duren voordat ik hersteld ben en mijn mond weer normaal open kan. 

Dus hier zit ik, zondagochtend, elk uur mijn wang masserend. Ik kan weer hele zachte dingen kauwen (al is mijn mond opendoen nog niet makkelijk). Er zit nog een bult in mijn wang maar die slinkt. De pijn is goed behapbaar. Hoop je en bid je mee dat het nu klaar is en inderdaad gauw over gaat? En dat het dan misschien voorlopig ook gewoon even rustig blijft, hier? 

Dank je wel :-)




zaterdag 30 november 2024

Als je iets teveel op je moeder lijkt

Puf komt en gaat, en ik beloof dat ik volgende week vertel hoe het verder ging bij de audioloog. Voor nu zo tussen alle hyperacusisgedoe in toch nog even gewoon een luchtig, gezellig blogje, want op een fysiek goede morgen eerder deze week moest ik even flink glimlachen om de rasechte Anke-actie die plaatsvond en schreef ik het volgende blog. En, voor wie het zich afvraagt, ja: mijn moeder heet ook Anke ;-). Wij zijn namelijk, moet je weten, nogal van de "wat ik in mijn kop heb heb ik niet in mijn kont", "niet l*llen maar poetsen" en "kan ik dit vast gisteren even oplossen?"

Elk jaar vul ik een oplopend aantal Adventkalenders. Het begon met een kleintje, voor Sophie, toen maakten Ben en ik samen van hout een grotere voor Sophie. Toen kwam er eentje bij voor Ben, die het toch ook wel erg leuk vond bij, en sinds vorig jaar maak ik er ook eentje voor Grote Anke (zoals mijn moeder vroeger wel genoemd werd). Er gaan kleine cadeautjes in, lekkers, gekkigheidjes etc.

Gisteren vulde ik ze voor dit jaar met goedjes die ik in de laatste tijd bij elkaar had gesprokkeld, maar eigenlijk vond ik toch opeens dat er nog iets ontbrak. En ik wilde hem eigenlijk straks aan mijn moeder geven want die heeft vandaag een Enge Afspraak en wel iets leuks verdiend. Dus vanmorgen keek ik op de klok. Ruim tien voor tien. Om kwart over tien moest ik de deur uit naar mijn eigen afspraak. Oei. Dat was krap. 
Voordat ik de volgende gedachte had afgemaakt was ik mijn schoenen al aan het aantrekken. 
Maar het is koud. Nee: het is KKKKOUD buiten, dus ik deed onder mijn wollen jas een extra sjaal en trok nog gauw een thermoshirt aan. Om 09:53 liep ik de voordeur uit en het park in. 
Het miezerde een beetje maar ik liep stevig door. Zeven minuten zou toch vast voldoende zijn om naar de Albert Heijn te komen? Ik liep langs de klimspin. Halverwege. Oei. Er waren al vijf minuten verstreken. 
Snel rekende ik uit. Moest ik omkeren? Drie over tien in de supermarkt, twee minuten om snel te pakken wat ik zoek, tien minuten terug. Moekunne. Ik liep door. 

Precies volgens planning kwam ik om drie over tien in de supermarkt aan. Ik wist wat ik wilde en waar ik het kon vinden. 
Oh! Eetrijpe mango's! Wil ik wel! Goed idee! Snel keek ik even of ze inderdaad rijp waren en greep een pakje mee. Toen gauw naar de gang waar de beoogde Adventkalenderingrediënten zich bevonden.
Hmmm. Wat ik zocht zag ik niet, maar hee, dát product* zou leuk zijn voor Ben, toch? En dan kunnen mijn moeder en Sophie die ene... allergieproof... ja! Leuk! Maar waar is die?! Op mijn hurken zocht ik het onderste schap na en ja! Daar! De buit was binnen. 
Gauw scande ik de artikelen bij de zelfscan en hoopte vurig dat vandaag geen steekproefdag zou worden. Gelukkig, het ging soepel. Voor ik het wist stond ik weer buiten. Zes over tien. Oei. Één minuut na planning. 
Maar goed. Het is tien minuten rijden naar de afspraak. Moekunne. 
Ik liep met gezwinde pas naar huis en kwam daar om exact zestien over aan. Ik wist dat ik even moest plassen, en de spullen uit de tas moest halen. Verder kon ik meteen door. Hoppetee. Ik ging zelfs met jas en thermoshirt en twee sjaals direct door, de auto in. 

In de auto trok ik de jas en de eerste sjaal toch maar uit. Bij het stoplicht voor de ring volgde de tweede sjaal. Om 10:29 stipt stopte ik de auto bij de afspraak, trok het thermoshirt uit en om exact half elf liep ik met een kleine glimlach naar binnen. 

In de woorden van Hannibal van de A team (weet u nog?): I love it when a plan comes together. 

Natuurlijk moest ik vervolgens tien minuten wachten maar hee: een kniesoor die daarop let.
Intussen is het  twaalf uur, ben ik thuis, zijn de adventkalenders klaar, het blog geschreven dat in mijn hoofd borrelde en is de Anke tevree. 



(N.B. Ik snap oprecht dat veel mensen dit enorm stressvol zouden vinden en natuurlijk had ik zeker kunnen wachten tot een rustiger moment en accepteren dat ik niet vandaag de kalender aan mijn moeder zou geven. Maar ik kan het niet helpen: ik wilde het wél vandaag en ik schep er een bepaald genoegen in om zo geconcentreerd even alles voor elkaar te krijgen. Weet je? Het is de schuld van mijn moeder, heus waar ;-))


*Ik kan natuurlijk hier niet vertellen wat, hè. Dan lezen ze het al vóór 1 december en dat moeten we niet hebben! 



zaterdag 23 november 2024

Even wat humor tussendoor

 Ik schrijf gauw over hoe het allemaal verder ging met de audioloog en zo, maar ik heb even niet zoveel puf dus hierbij twee Ben-pareltjes van vandaag.

Ben. Mijn lange, grappige Engelsman. Vandaag maakte hij taart en na afloop hield hij iets omhoog.
"I have some squares of chocolate over. We can put them on the table later in a little bowl."
"Sure!" zeg ik.
Dan laat Ben de chocolade vallen. Hij raapt het op en in exact dezelfde toon vervolgt hij:
"I have some irregular shaped pieces of chocolate. I don't know if you want to serve them in a little bowl."

Al meer dan 25 jaar ben ik met deze man, hè. Hij laat me nog altijd mijn thee uitspugen. 

Even later gaat de deurbel. Ben doet open. 
"Sorry dat ik stoor." klinkt een vriendelijke vrouwenstem. "Kunt u dit misschien aannemen voor nummer acht?"
"Natuurlijk." zegt Ben. "Paste het niet door de brievenbus?"
"Nee, net niet." grapt de vriendelijke postbode terug. "Ik heb het nog wel geprobeerd." 





zaterdag 16 november 2024

Hyperacusis: als je oor een probleem heeft en je musicus bent deel 2

 Ik heb besloten om open te delen over het proces waar ik een week of zes geleden ingeworpen werd. Omdat het zo waardevol is als mensen dat durven. Omdat het goed is als mensen meer weten of kunnen vinden over dingen waar ze zelf of hun geliefden misschien wel ooit tegenaan lopen. Omdat we allemaal mensen zijn en ook moeilijke dingen erbij horen.   

Mocht je deel 1 nog niet hebben gelezen, dan kan dat hier.



Tien dagen. Dat werd mijn doel. Ik had geen enkel idee of wat ik deed goed was, of elke les die ik gaf het probleem misschien wel verergerde. Ik zei tegen Ben: ik hoop niet dat ik later terugkijk op deze weken en zeg: "had ik maar..."
Maar bloed kruipt waar het niet gaan kan en mijn werk is echt mijn passie, dus ik deed mijn oordoppen in en gaf toch les. Verder was ik grotendeels in stilte, ik kon nergens heen want alles was te luid. Echt. Serieus. We hebben niet door hoe *luid* het leven is! Winkelwagentjes. Achtergrondmuziek. Vakkenvullers die pallets op elkaar gooien. Bakkerij-afdelingen die in ene een brood beginnen te snijden terwijl jij vlakbij staat. Mensen die luidkeels met elkaar in gesprek zijn. Allemaal dingen waar je nooit over hebt nagedacht en nu onverdraaglijk waren. Ik moest Ben vragen om aan de tafel te gaan zitten als hij met zijn Rubik's kubus zat te spelen. Vaatwasser uitruimen en afwassen werd óf door mij gedaan (verwachte geluiden zijn makkelijker dan onverwachte) óf als ik niet in de kamer was. Ik kon geen muziek luisteren, video's kijken of TV kijken. 

Maar de tijd ging natuurlijk toch voorbij, zoals tijd doet, en langzamerhand ging het een klein beetje beter. Het werd tien dagen later en ik ging samen met Ben naar de KNO arts in Voorburg. 
Een bijzonder vriendelijke vrouwelijke arts riep me binnen, een goeie ook gezien haar prijs van "beste thesis" die ze won bij haar afstuderen. Ze vroeg naar mijn verhaal, keek in mijn oren en keek me aan met ogen vol sympathie. 
"Ik wou dat ik gewoon een propje weg kon halen en dat het dan over was, maar dat is niet zo. Maar ik denk wel dat het zal verbeteren. Geen garanties natuurlijk, maar ik hoop dat je over zes weken alweer op een ander punt bent." 
Met een officiële diagnose hyperacusis, het advies door te gaan zoals ik deed (beschermen bij harde geluiden, verder zo min mogelijk beschermen want anders wordt het alleen maar erger) en een verwijzing naar het audiologisch centrum hier vlakbij stond ik weer buiten. Opgelucht, maar toch ook nog vol twijfel. 

De opluchting was alleen van korte duur, want de dag er na werd een dramadag en ik werd almaar duizeliger en duizeliger. Ik moest me soms vasthouden om niet om te vallen en werd hartstikke misselijk van de draaierigheid. De hyperacusis werd nog erger dan in het begin en nadat ik met meer dan een beetje paniek het audiologisch centrum had gebeld voor een afspraak bleek dat de wachttijd daar minstens een half jaar was. 
Een half jaar. Vertwijfeld keek ik de telefoon aan. Na een half jaar is het hetzij vanzelf over gegaan, hetzij kan ik niks meer. De zeer vriendelijke assistente aan de andere kant van de lijn begreep me volkomen en stelde voor dat ik de KNO arts zou bellen om te vragen of zij kon bemiddelen omdat het gezien mijn beroep toch wel wat spoed behoefde. Ook bood ze aan dat ik anderhalve week later een telefonische afspraak kon krijgen van tien minuten met een medewerker om in elk geval wat tips and tricks te krijgen. Ik was haar zo dankbaar! Af en toe vind je in de muur van "er kan niks" toch iemand die bereid is net even een stapje voor je te zetten. Ik belde de KNO arts, maar ik kwam een dagenlange muur tegen van assistentes die zeiden dat ze het na zouden vragen en dan terugbelden en het niet hadden nagevraagd, dan beloofden het na te vragen en weer terugbelden en het niet hadden nagevraagd, da capo ad infinitum. Ik voelde me zo moedeloos en ik bereidde me voor op een half jaar wachten.

Tot na het weekend. De KNO afdeling belde op maandagochtend en vertelde dat de arts had gebeld met het audiologisch centrum en zij contact op zouden nemen voor een afspraak. De hemel brak open en engelen zongen alleluia. 

En echt, jongens. Als je toch niet voor jezelf (en je dierbaren!) kunt opkomen, dan heb je een nog veel groter probleem. Godzijdank kan ik vrij goed kletsen (zou niet weten van wie ik dat heb, mam ;-)), en ook al heb ik een grondige hekel aan telefoneren en dingen regelen, kán ik het wel en blijken er dan toch wegen te zijn. Hoe ouder ik word hoe meer ik besef dat ik daarmee flink heb gemazzeld. 

Ik had in elk geval weer iets om naar toe te werken. Nu was het weer afwachten: in eerste instantie op de telefonische afspraak.