Translate

zondag 21 juli 2024

Goed opgevoed

 Ergens deze week liep ik in het park. Nee, dat zeg ik verkeerd want ik liep elke dag in het park, maar op deze specifieke dag liep ik er ook. Het was best redelijk weer hoewel ik wel een blazer nodig had tegen de net wat te frisse wind. Ik richtte mijn hoofd naar de twijfelende zon en snoof de stralen die tussen de bladeren piepten diep op. 
Toen liep ik langs het basketbalveld. Echt superleuk vind ik dat, dat die voorzieningen er zijn. Het park telt een basketbalveld, meerdere tennisbanen, een callistenicspark, een voetbalveld en meerdere mooie speeltuinen. Het gevoel van community dat ontstaat doordat mensen op die plekken samenkomen vind ik geweldig. Er zijn ook vrijwel altijd mensen aan het basketballen en deze dag was geen uitzondering. 
Twee jonge mannen balden op het asfalt met een net wat oudere man, en die laatste had blijkbaar net gescoord want hij was bijzonder blij met zichzelf. 



"WAT BEN IK GOED!!" brulde hij, en sloeg zichzelf stevig op de borst. "WAT BEN IK GOED!"
Ik glimlachte een beetje, vroeg me af hoeveel Red Bulls hij had gedronken en liep door, richting de kinderboerderij.
Oh joh, die vergeet ik bijna. Er is achterin het park ook nog een kinderboerderij en een kruidentuin. Ik liep door het anti-fiets-hekje en het volgende pad op, de brullende man en zijn vrienden achterlatend. 

Nog geen twintig seconden later kwam er iemand aan op de fiets en stopte pal achter me. Ik draaide me om; het was een jongen van een jaar of 18. Hij keek me aan en vroeg: 
"Gaat het goed?"
Snel bekeek ik de situatie, zoals vrouwen-alleen dat overal ter wereld doen met mannen-alleen. Hij zag er vriendelijk uit. 
"Ja hoor." zeg ik, in het Engels zouden ze zo mooi zeggen: noncommittally. 
"Hadden ze wat tegen u?"
Oh! Joh! Hij heeft het over de brullende man? Och, is hij nou echt gekomen om te checken of ik okee ben?
"Nee, hoor. Hij vond het blijkbaar erg leuk dat hij gescoord had." glimlachte ik. 
"Oh!" zei de jonge man. "Ik dacht: misschien hadden ze het tegen u."
"Hij had het denk ik vooral tegen zichzelf."
"Ah. Maar u bent okee?"
"Zeker." zei ik hem terwijl mijn hart verder smolt. "Maar ik vind het superlief dat je het even bent komen checken."
"Okee!" riep hij en stapte weer op zijn fiets. Snel fietste hij rechtdoor en dan links, terug naar het fietspad. 

Jongens, hoe ontroerend is dit? 





1 opmerking:

Wat fijn dat je een bericht achterlaat :)