Ik loop het park in, zoals ik elke dag minstens één keer doe. We hebben enorme mazzel dat we naast een prachtig park wonen waar je heel goed een pretzel van 5 kilometer kunt lopen, zo midden in de stad. Naast het park staat een winkelcentrum, het is tien minuten fietsen naar het centrum en met 20 autominuten ben je in het bos. Een betere locatie voor een huis is voor ons zowat niet te bedenken.
Ik loop over de brug en sla zoals altijd rechtsaf. Even verderop, rechtdoor op het fietspad staan twee jongens met fietsen die op een briefje kijken, en net als ik het pad neem dat van ze wegvoert roept er eentje: "Hello?"
Meteen hoor ik aan de toon dat ze verdwaald zijn, of iets anders nodig hebben. Ik loop naar ze toe en vraag:
"Are you okay?"
"Doctor." zegt de ene jongen, terwijl hij me het briefje aanreikt. Ze zijn denk ik een jaar of 25, gekleed in casual kleding, eentje breed gebouwd, eentje heel smal. De stem van de jongen die me aansprak is vriendelijk en beleefd, zijn vriend houdt zich verlegen op de achtergrond. Op het briefje staat 'tandarts de Mare.' Ik wijs in de verte en vraag ze in het Engels of ze dat gebouw daar zien, daar moeten ze links en dan rechts, maar in hun hulpeloze gezichten zie ik direct dat ze er geen iota van begrijpen. De jongen laat zijn telefoon zien, waarop regels vol met tekens staan die ík dan weer niet begrijp: een vertaal app. Ik probeer ertegen te praten maar hee, dit schiet niet op.
"Syria." zegt de jongen dan en mijn hart trekt zich samen. Want verder hoeft hij niks uit te leggen, niet waar?
"I'll walk you there." besluit ik, en gebaar ze me te volgen. Ik bedoel, ik ga lopen, toch? Even 500 meter de andere kant op is geen punt. Ze volgen me dankbaar en zo lopen we stil, want ik spreek geen woord Syrisch en zij niks anders, met stevige pas richting de Mare.
Maar wacht. De jongen zei 'doctor', maar op het blaadje stond tandarts. Even checken. Dus ik wijs op mijn wang en vraag:
"Dentist?"
De jongen knikt.
"Centre!" zegt hij blij als de eerste gebouwen in zicht komen. Ze zetten hun fietsen gauw bij de rekken en we lopen de Mare in. Ik hou mijn hand uit voor het papiertje om te checken of we wel naar de goede plek gaan. Er staat dat de afspraak om 9:30 is. Ik kijk subtiel op mijn horloge: het is 9:38. De jongen naast mij, die misschien geen Nederlands spreekt maar beslist niet achterlijk is, grijnst ongemakkelijk. Hij weet dat hij te laat is.
Je zult toch vluchteling zijn? In een vreemd land waar je niemand kent, waar je de taal niet spreekt, waar je jezelf niet kunt helpen? Het grijpt me naar de keel. De praktijk komt in zicht en ik besluit even mee naar binnen te lopen. Er is ten slotte geen enkele manier waarop ze zelf kunnen uitleggen dat ze het niet konden vinden.
Achter de balie verschijnt een aardige mevrouw en ik leg snel uit dat ik de jongens in het park heb gevonden, dat ze als het goed is een afspraak hebben, ze verdwaald waren en ik hoop dat dat niet erg is. Ze knikt begrijpend en richt zich op de jongen.
"Mustafa?"
Mustafa knikt ook en ze bedanken me wel drie keer terwijl ik ze succes wens en weer naar buiten loop.
Waar ik vrij ben. Waar ik een huis heb. Waar geen oorlog is. Waar mijn hele gezin samen is. Waar ik de taal spreek, goed opgeleid ben, werk heb dat ik enorm graag doe.
Stel je toch eens voor dat je dat allemaal achter zou moeten laten omdat je land door oorlog verscheurd wordt?
Ik loop, weer alleen, het park in langs de andere kant van de Mare. Het is volle herfst, het ruikt aarderig, houterig, de bomen strekken zich kalend boven me uit. Een kleine bonte specht hupt tussen verkleurende bladeren van tak naar tak, zwart wit rood in een palet van oranje en geel. Een vlaamse gaai scheert langs me heen, op zoek naar zijn volgende bes.
De wereld is voor mij helemaal gewoon. Maar toch moet ik er bijna van huilen.
Lief!
BeantwoordenVerwijderenIk help regelmatig met handen en voeten oogmetingen asielzoekers aan een bril. Een bril die ze vaak verloren of gebroken hebben op de vlucht. Weet je dat je minimaal 6 weken in Nederland moet zijn om recht te hebben op een bril van 50 euro? Schrijnende gevallen kom ik tegen. Weken met een zicht van minder dan 20 procent en dan toch Nederlandse les e.d. moeten volgen. Of niet kunnen lezen, omdat zelfs een kant en klare leesbril niet beschikbaar is. (Hoewel ze een leesbril niet vergoed krijgen.) Wat een verschil kun je maken voor door soort mensen?!
BeantwoordenVerwijderenEn dan nog hoor ik collegae om me heen mopperen. Want het is erg veel moeite voor erg weinig omzet. En dat is het. Het kost meer dan het oplevert. Maar dat is alleen financieel gezien. Ik ben altijd erg blij dat ik tenminste iets heb kunnen doen om hun verblijf iets aangenamer te maken.