Translate

vrijdag 29 augustus 2025

Negen pakken maandverband

 De Etos had een aanbieding: Yoni maandverband, 3 voor 2. Dus na het lesgeven liep ik met een lege tote die kant op. Eerst even langs de opticiën, zodat mijn bril weer goed zou zitten, en even gauw door de Albert Heijn voor kiwi's en kipfilet. Ja, het is echt living the wild life, hier! 

Bij de Etos liep ik direct naar het juiste schap maar daar bevond zich welgeteld één pakje Yoni verband. Gelukkig stond er een aardig meisje van de Etos bij het schap, dus ik vroeg haar of ze toevallig nog ergens meer had. Nou, misschien wel. Ze scande mijn ene pakje en concludeerde dat er inderdaad nog meer moesten zijn. Krat na krat werd van de stapel kratten getild, maar ze vond geen maandverband. Althans, maandverband te óver want alle kratten zaten er vol mee in alle soorten en maten, maar net niet die ik wilde. Ik maakte maar even een praatje over dat je vast wel spierballen kweekte van al dat tillen. Ja, dat klopte, maar na twee stapels biceptraining zei ze een beetje opgelaten dat ze nog even achter ging kijken. Ik glimlachte en zei maar gauw dat dat fijn was en dat ik helemaal geen haast had, hoor. En dat ik er, als ze er waren, wel zes pakjes in totaal wilde.

Zonder verband kwam ze terug. Het was een raadsel. Ik vroeg of ik dit ene pakje wel mocht meenemen voor de aanbiedingsprijs. Dat wist ze niet, dat moest ik even vóór vragen.

Vóór stonden twee dames bij het tandpastaschap en ik stelde ze de vraag. 
"Mag ik hem eerst even scannen?" sprak de ene vrouw en nam het pakje van me over. "Hm. Negen pakken is wel erg veel om kwijt te zijn. Ik ga even kijken."
Daar stond ik, met mijn ene pakje Yoni dat ze me terug had gegeven, een beetje om me heen te kijken en vooral niet veel nuttigs te doen. Ha ha. Het werd een hele sage, zo. De mevrouw kwam terug. "Misschien zit het in de bak buiten. Wacht even."
Maar nee, ze kwam met lege handen weer binnen. Kijk, intussen vraag ik me dus ook af waar die negen hele pakken maandverband zijn gebleven, jij niet? Hebben ze zich verborgen in een of andere andere kist? Verdwaald tussen de pleisters, shampoo of babydoekjes? Of zijn ze gestolen? Maar dan... alle negen? Plus, er zijn ongetwijfeld makkelijkere dingen om mee te nemen in je broekzak? Niet dat ik verder expert ben of zo. Ik draag altijd jurkjes dus ik heb nooit broekzakken.
De mevrouw, die duidelijk half en half verwachtte dat ik het heel vervelend zou vinden (wat voor mij extra aanleiding is om zo leuk mogelijk te doen want kan zij het verder helpen?) legde uit dat ik ze ook volgende week kon ophalen. Dat vond ik prima, maar mocht ik dan wel vast dit pakje meenemen? (ik bedoel, intussen drentelde ik er al zeker vijf minuten mee door de drogist. Je gaat je toch hechten aan zo'n stuk blauw karton, niet waar?) 
"Ja, hoor." zei ze, en keek een beetje moeilijk. "U wilde er zes, he? Vindt u het heel vervelend om de eerste drie dan al te betalen?"
Nee hoor, helemaal niet vervelend, ik vond het sowieso prima om vast te betalen. 
"Oh, het is zo'n chaos hier vandaag." zei ze half tegen mij terwijl ze in in een la in een bakje met zeker vijf scharen zocht, en toen tegen de collega bij de tandpasta: "Heb jij de pen gezien?"
"Je hebt in elk geval genoeg scharen." merkte ik op. 
Ze moest lachen, pakte de pen waar de collega haar op wees en schreef mijn naam op in een boekje, de hoeveelheid en dat ik er nog vijf mocht ophalen. "Misschien wordt u morgen al gebeld, hoor! Anders volgende week."
Ik bedankte haar hartelijk, zei nog maar eens dat ik geen haast had (ik heb nou dat ene pakje, he. Ik noem hem Remi) en wenste haar een fijne dag. 

Nou. Dat was dus de sage van de Negen Verloren Pakken Yoni Verband. En Remi. 


Alleen op de wereld...



maandag 18 augustus 2025

Gepiepeld!

 Gisteren gingen we naar Den Haag om Panorama Mesdag te bezoeken. Ik was er al eens geweest maar in 1673, zoals een kennis zo mooi sprak. Ben en Sophie waren panorama-maagden. Ik had er zin in! We parkeerden vlakbij Centraal (waarom zijn werkelijk overal tegelijk wegwerkzaamheden? Het is gewoon echt niet leuk meer. Elke rit waar dan ook naartoe sta je in de file, maar dan ook werkelijk overal, en dan kom je eenmaal in Den Haag en is daar ook nog de halve stad afgesloten! Maar goed. Gegrom voorbij ;-) ) en liepen vanaf daar de stad in. Vlakbij de uitgang van de parkeergarage sprak een vrouw me aan. 
"Do you speak English?"
Ja, dat sprak ik wel. Vervolgens vertelde ze me dat ze een alleenstaande moeder was, en geen werk kon vinden, en of ik misschien wilde helpen, misschien door wat spulletjes, misschien wat melk te kopen. 
"Sure." zei ik. Ik bedoel, wat melk kopen is geen punt, toch? 
We liepen met de vrouw naar de Albert Heyn even verderop. Daar binnen wist ze wel erg goed de weg. Intussen had ik haar gevraagd waar ze vandaan kwam, dat bleek Spanje te zijn dus we spraken Spaans met elkaar. Met als nadeel dat Ben en Sophie er natuurlijk geen woord meer van verstonden. 
Terwijl we zo door de supermarkt liepen bekroop me een raar gevoel want ze liep niet naar de melkafdeling. Nee, ze liep naar de babypoedermelk en wees. Die anti-allergische, die moest het zijn. Voor €21 nog wat. 

Ik stond even stil, en daar haakte ik af. Ik ben wel goed, maar niet gek en ik wist 99% zeker dat die melk linea recta weer voor geld zou worden ingeleverd. Dus ik zei: dat kunnen we niet voor je kopen, maar wel iets anders. Bijvoorbeeld gewone melk, of fruit, of brood? 

De sfeer sloeg direct om en ze begon om geld te vragen. Dat had ik oprecht niet bij me maar leek me sowieso geen strak plan. Dus ik herhaalde dat ik best iets anders voor haar kon kopen. 
Ik weet intussen dat ik beter weg had kunnen lopen. 
De sfeer werd nog vervelender. Intussen griste ze een drankje van €3,29 mee en gaf me die en terwijl ik afrekende sprak ze me sissend in het Spaans toe: als ik die melk niet krijgt kan mijn kindje dood gaan, weet je dat wel?

Ik had intussen niet veel meer te zeggen. We liepen naar buiten en lieten het maar, maar het duurde best even voordat de lichte sfeer van ervoor weer terugdaalde. 

Weet je... het was een stomme ervaring maar ik denk dan maar, ze lichtte ons duidelijk op maar ze is ook duidelijk niet in een goede staat. Dus soît. Weer wat geleerd. 

En het panorama was vervolgens echt supertof! Er was een man-met-badge boven bij het panorama die duidelijk enorm veel passie had voor het onderwerp en ons van alles vertelde over het fenomeen. Superinteressant, en vervolgens was de tijdelijke fototentoonstelling beneden ook nog echt prachtig. 
 






zaterdag 9 augustus 2025

Als de vakantie in de soep loopt

 Naar Harskamp, gingen we. Daar is een camping die vroeger Harskamperdennen heette en echt fantastisch was. Het was er rustig en fijn en ruim en het voelde alsof je gewoon over een bospaadje liep en toevallig stonden er dan wat tenten en caravans. We kwamen er al twee keer en beide keren hadden we het er super. Lekker wandelen en fietsen in het bos, een keertje naar Arnhem, naar Burger's Zoo, en je kunt ons toch niet veel blijer krijgen. De laatste keer dat we er waren was de camping nét overgenomen door Huttopia maar daar was op dat moment niet veel van te merken. 

We boekten dus weer, dit keer dus officieel bij Huttopia de Veluwe (aii, wat is dat dúúr geworden! Dubbel zo duur als de camping waar we in de meivakantie heen gingen in België! Maar ja... het was een geweldige camping, toch?) en afgelopen donderdag was het zover: we gingen! Ben had ons minicaravannetje gehaald, we pakten de spullen in (lekker makkelijk, natuurlijk, want de caravan heeft kasten) en we vertrokken rond het middaguur richting Harskamp. 
De reis ging goed! Geen file, geen wegwerkzaamheden die ons in de weg (ha!) zaten dus we waren er al vroeg. Top! 

De plek was in het midden van de camping, maar wel mooi en privé. We hadden bij de boeking heel duidelijk verzocht om een zo rustig mogelijke plek, wegens gezondheid. Ik heb natuurlijk eerder verteld op dit blog over mijn oor en de hyperacusis en hoewel dat gelukkig nog steeds aan het verbeteren is, is het niet weg. Veel drukte en herrie trekt dat oor echt niet. Ja, sprak Huttopia toen, ze zouden ons een rustig plekje geven. 
We zetten op plek 114 de voortent op en het tentje van Sophie, en toen gingen Sophie en ik vast boodschappen doen bij de Plus in het dorp. Ze mocht allerlei lekkers uitkiezen. Lekkere ontbijtgranen, vegan vanilleijs en chocoladepasta. Die ik vervolgens één minuut later prompt liet vallen, toen ik die in de fietsmand probeerde te doen. Strakke actie van Anke, niet? Sophie glimlachte vriendelijk en zei: "You can just put that anywhere."
Leuk, zo'n tiener ;-).
Zonder veel woorden pakte ik de pot van de grond, gooide die (gelukkig waren alle scherven aan de pot blijven plakken) in de vuilnisbak en ging een nieuwe kopen. Joh, we waren in elk geval duidelijk amusant voor de mensen die dichtbij stonden ;-).

Terug op de camping duurde het een paar uur voordat het echt vervelend werd. Er waren namelijk veel krijsende kinderen. Nee, dat zeg ik verkeerd, er waren werkelijk OVERAL krijsende kinderen. Huilende kinderen. Gillende kinderen. Ik hou enorm van kinderen, maar van mij mocht Sophie dus toen ze klein was niet de hele dag op de toppen van haar longen gillen. 
Blijkbaar waren er sinds onze vorige vakantie overal speelveldjes ingericht. Blijkbaar was deze camping intussen gerebrand als een "familiecamping", en blijkbaar is dat een eufemisme voor krijsparadijs. We stonden ook nog aan het pad bij de ingang, dus er was constant verkeer van (luide) mensen. 
Sophie sloot zich op in haar tent met de ritsen dicht en haar koptelefoon op. Ben begroef zich in een boek en ik trok me terug in de caravan, waar het iets meer te harden was. Het geluid leek harder en harder te worden, mijn oor werd gevoeliger en gevoeliger. 
En wat doe je dan als rechtgeaarde Nederlandse vrouw van niet-lullen-maar-poetsen? Dan vind je dus dat je dit gewoon maar moet trekken. 

Totdat ik, intussen was het een uur of half negen, naar buiten liep - ook beseffende dat het heel heet wordt de komende dagen en dat de caravan dan niet meer zo'n relaxte plek is om te verblijven - en toch maar zachtjes aangaf dat ik het wel véél vond. En toen kwam Sophie uit de tent. Ze vond het niet meer leuk. Dát was het moment dat ik naar de receptie liep om te vragen wat er mogelijk was.
 
De mevrouw achter de balie was op zich begripvol, terwijl ik daar stond met mijn vinger tegen mijn linkeroor (want er zijn ook spelletjes in de receptie en er was 400 dB aan gegil binnen in een besloten akoestiek). Zelf vond ze het ook allemaal erg veel en zij had dan niet eens last van haar oor. Ze wilde best kijken naar een ander plekje, maar ze dacht eigenlijk niet dat dat bestond op de camping. Het was nu eenmaal een familiecamping. 
Sophie en ik liepen over de camping om te kijken, over het bospaadje waar we vorige keer stonden en waar het zo fijn was. Het gegil was overal. Her en der stond muziek aan. We keken elkaar aan en wisten dat de mevrouw gelijk had.
Terug op onze plek overlegden we rustig, terwijl ik intussen eigenlijk niet meer goed wist wat nou verstandig was. Dit was toch onze vakantie? Het voelde alsof ik het dan aan het verzieken was voor iedereen. En toen sprak Sophie weer bepalende woorden: "ik wil liever naar huis."

Ben keek ons allebei zo eens aan, schoot toen in actiemodus en hakte daarmee de knoop door. Ik begon wat essentiële zaken bij elkaar te zoeken, want no way dat we alles nog konden inpakken die avond en voor middernacht thuis zijn. Ben zei dat hij de volgende dag alles wel zou komen halen. En zo geschiedde. Om elf uur 's-avonds waren we weer in het huis dat we die ochtend hadden verlaten. 

Gisteren haalde Ben de caravan terwijl Sophie en ik chocolate chip koekjes bakten en lasagne maakten met zelfgemaakte speltlasagnebladen (goed woord voor galgje, wel), zodat hij toch in elk geval kon aanschuiven aan een maaltijd die hij duidelijk heerlijk vond. En nu zit ik op mijn eigen stoel dit blog te typen. 

Joh. Soit. Het is wat het is, we gaan lekker vanuit hier uitstapjes maken, in het bos hier lopen, musea bezoeken. Gelukkig neem je overal jezelf mee en dus hebben we het hier ook hartstikke fijn. 

Maar stom is het wel! 




zondag 3 augustus 2025

Tweeënvijftig jaar...

Het is prachtig weer. Zoals al weken, eigenlijk. Wat een heerlijke zomer, niet te warm, niet te koud. Het zonnetje schijnt door een paar verdwaalde wolken en ik schuif de net wat te zware boodschappentas iets verder op mijn schouder. Bijna thuis. Op het pad aan het begin van het park komt een oude mevrouw aangeschuifeld achter een rollator. Ze loopt wat waggelend en ze is duidelijk moe. Iets in mij begint met opletten. 
Dan puft de mevrouw, draait de rollator om en gaat er moeizaam op zitten. 
"Hallo mevrouw, gaat het? Kan ik u ergens mee helpen?" zeg ik vriendelijk. 
"Nee hoor, ik moet alleen even zitten."
Ik zie de zweetdruppeltjes op haar voorhoofd en kijk omhoog, naar de felle zon. 
"Is het fijn in de zon, of wilt u even in de schaduw?"
Nee, schudt ze. Ze wil alleen even zitten. En dan begint ze te praten. Over dat ze erg moe is, maar ze wil toch per sé elke dag even lopen. Al is het maar een kilometer. Ze heeft M.S., zie je, al 52 jaar. 
Iets in mij reageert weer, terwijl ik begripvol knik. 

Mijn vader overleed na 31 jaar M.S.. Er is natuurlijk geen enkele manier waarop de aardige mevrouw dat kan weten. 

"Wat goed, zeg." zeg ik dan. "Dat u elke dag gaat lopen. Dat zal zeker helpen om fit te blijven."
Ze knikt en vertelt verder over medicatie, kinderen, het leven. Ik luister en knik her en der.
Tweeënvijftig jaar. Mijn vader zou dit jaar 81 zijn geworden, maar die is intussen al ruim negen jaar niet meer bij ons. 

Ik glimlach naar deze sterke mevrouw die ik helemaal niet ken. Dan staat ze op en we lopen allebei verder.
Wat een bijzondere ontmoeting. 




zaterdag 26 juli 2025

Hoe vangt je tiener een baan?

Mijn dochter hè, die is dus in ene 16 en zomaar plotseklaps een jonge vrouw. Ik weet ook niet hoe dat nou zo snel gebeurd is (behalve dat ik snap dat 16 na 15 na 14 komt, maar toch...).
Ze heeft nu 8 weken schoolvakantie én geld nodig, dus zo kon het komen dat ze ging denken over een vakantiebaan. Ik stelde voor om een uitzendbureau te bellen, of misschien wat horecazaken in te lopen? De horeca leek haar wel wat en zo kon het komen dat we een paar weken geleden op een maandag samen naar de stad fietsten. 

We parkeerden de fietsen en liepen richting het centrum. "Welk restaurant wil je als eerste proberen?" vroeg ik. 
"Wacht, gaan we het nú doen?" sprak de tiener. 
Ik slikte mijn gegrapte nee, laten we wachten tot de vakantie over is in en stelde voor dat ja, laten we het maar gewoon nú doen ;-)
Na wat wikken en wegen besloot ze dat ze als eerste wilde vragen bij het restaurant waar mijn moeder graag met vrienden gaat eten. We liepen erheen. 
"Wat moet ik dan zeggen?" vroeg ze gespannen. 
"Nou, gewoon iets als hallo, zoeken jullie misschien nog vakantiewerkers?"

Ze knikte en liep naar binnen. Even overwoog ik of ik buiten zou blijven, maar goed, het was de eerste, hè. Hartstikke spannend natuurlijk. Ik verwachtte dat ik bij nog wel wat zaken buiten zou staan die middag, dus ik liep voor deze eerste maar even mee. 
"Hallo, zoeken jullie misschien nog vakantiewerkers?" bracht ze uit tegen de jongen achter de balie, die er niet uitzag als de eigenaar. 
"English?" antwoordde die.
Snel herhaalde ze haar zin in de gevraagde taal en de jongen verwees haar naar de eigenares. Die begroette ons enthousiast en wees ons direct naar een tafeltje. En wilden we wat drinken? Ze kwam zo bij ons. 

Ietwat beduusd ging ik zitten, en voor ik het wist zat de eigenaresse bij ons aan tafel. Ze keek van Sophie naar mij en vroeg toen of ze even alleen met Sophie kon praten. 
"Ja, natuurlijk!" riep ik uit, terwijl ik al begon met opstaan. Logische vraag, hoor, maar wist ik veel dat dit in ene een heus sollicitatiegesprek zou worden? Maar nee, suste ze, blijf maar zitten, ze ging met Sophie wel even dáár zitten. 

Ik zat vervolgens zo'n 20 minuten aan het tafeltje in de zon een beetje om me heen te kijken en in het wilde weg te scrollen terwijl tien meter verderop een Heel Volwassen Gesprek plaatsvond met mijn kind. Wat een bizarre situatie. Toen kwamen ze beide glunderend terug. Sophie had een baan. 


Intussen is het een paar weken later en is ze er al flink ingeburgerd met blijdschap van beide kanten. Net als bij haar moeder vroeger bevalt de horeca haar prima :-)




woensdag 16 juli 2025

Wat een grote doos!

 Een gele auto stopt in mijn ooghoek en ik spring op uit mijn stoel. Jaa! Ik zat al te wachten want een supercoole tumbler wordt vandaag voor drieën gebracht door DHL. De bel gaat terwijl ik naar de deur loop en die open trek. 
Een doos staat voor mijn neus op de grond, de jongen van DHL staat alweer bij zijn gele busje. 
"Hallo!" roept hij. "Ik heb nog een pakje, wacht even."
Een jongen, ergens eind twintig, kort geschoren haar, vriendelijke glimlach. Hij klimt achterin de auto en blijft daar dan. Ik pak de doos maar vast op en zet die binnen op het tafeltje. Terug in de deuropening is de jongen nog altijd in zijn busje. Ik hoor gerommel en dan een pok en een "Au!".
Even overweeg ik of ik hem moet gaan helpen, of zo, maar dan worden er in ene wat pakketjes aan de achterkant uit de auto geworpen. Een klein pakje, iets heel plats en groots waar vast kleding in zit. Een groot, lang pakket balanceert er bovenop en nog altijd komt er geen jongen tevoorschijn. Ik grinnik zachtjes. Ik heb overigens echt geen enkel idee wat er in dat tweede pakket kan zitten, dus ik ben benieuwd. 

Het duurt nog even en dan komt hij eindelijk boven water, in zijn armen de grootste doos op aarde, waarin een andere doos met gulle hoeveelheden tape ondersteboven vastgeplakt zit. Ik kijk hem verbaasd aan. 
"Ik ben benieuwd wat daarin zit." zeg ik. 
"Dat vroeg ik me ook al af!"
Ik bedank hem en draag de enorme doos naar binnen. Ik pak een mes en begin de tape door te snijden. Het duurt even maar dan heb ik hem los en dan valt ook direct het kwartje. 
Joh! Het is de wielklem, die we gisteren(!) via marktplaats kochten voor het caravanwiel, voor als die straks even voor de deur staat! Een vrij flink ding, inderdaad, blijkbaar door iemand met zorg (en snel!) ingepakt in de allergrootste doos die er in de supermarkt te vinden was. 

Briljant. 

Ik loop nog maar even naar buiten, waar de jongen alle pakketjes weer netjes heeft ingepakt en net naar de deur van het busje loopt. 
"Het was een wielklem voor de caravan!" roep ik hem toe. Hij glimlacht breed. 
"Ah! Leuk dat je het nog even zegt!"

Hij stapt in en weg is hij. 



zaterdag 12 juli 2025

Waren we toch potdikke bijna geflest!

Of in elk geval flink verkeerd voorgelicht. 

Vorige week kwam Sophie namelijk thuis met een verontrustende mededeling.
"Mam, mijn sleutel is in mijn slot afgebroken."
Oeps. Dat was niet zo mooi.
Nu duurde het even voor we dit probleem proactief gingen oplossen want er waren ook nog wat andere dingen aan het hoofd (zie vorige blogjes), en dus speelden we sinds die mededeling fietsenstoelendans met twee losse sloten voor drie fietsen. Niet erg handig, kan ik je uit zeer betrouwbare bron mededelen. Maar vandaag gingen we even de stad in, een ijsje voor Ben en Sophie halen bij Scoobs & Winstons. Onderweg zei Ben: zullen we anders even naar de slotenmaker of fietsenmaker? 
Goed idee!
Stop één was de fietsenmaker vlakbij de Jumbo op de Paardenmarkt. Ik vertelde daar dat de sleutel was afgebroken in het slot. De man keek niet eens naar het slot voordat hij zei: kan niet. Die krijg je er niet uit. Moet nieuw slot. 
Oei, wat jammer. En je vertrouwt zo iemand toch op z'n woord, dus we wilden er wel een nieuw slot op laten zetten. Kostte €30 en dat was dan een slot zonder ketting (erg jammer voor haar want die gebruikte ze veel), maar goed. Maar toen besefte de fietsenmaker dat de ketting aan het frame vast zat. Die moest doorgeslepen en daarmee zou het €40 en pas morgen worden. Daarop zei ik dat we dan morgen opnieuw zouden moeten komen (zonder fiets kom je toch net wat minder handig naar Alkmaar Noord terug ;-)). 
Eenmaal buiten stelde ik voor toch even naar de schoenmaker/sleutelmaker in de Hoogstraat te gaan. Die is superaardig, weet ik al, dus waarom niet vragen? Voor de zekerheid? Ik liep naar binnen en vertelde weer over de sleutel. De schoenmaker zei: dat kan ik niet, ik heb het gereedschap niet, maar loop even naar Postma & Postma op de Laat. 

Okee. We waren nou toch onderweg, he? Zo langzamerhand werd het een hele queeste. Wat zo z'n charme heeft, niet? Aangekomen bij Postma & Postma vertelde ik voor de derde keer het verhaal. 
"Dat kan ik niet, maar loop even naar het einde van de straat links. Daar zit een fietsenwinkel."
We liepen weer door, dit keer naar het einde van de Laat en ik wist niet eens dat 'ie daar zat maar ja, hoor! Ricycle, een klein winkeltje waar fietsen aan haken hingen, doemde op aan de linkerkant. We liepen met fiets naar binnen en ik vertelde nog maar eens het verhaal aan een vriendelijke jongen. 
"Heb je een reservesleutel?" zei die. "Anders kan eventueel Postma & Postma er één maken."

Is leuk, toch? Dat ze naar elkaar verwijzen? 

Voor ik het wist nam de andere, ook al superaardige, jongen, de fiets mee en binnen tien seconden had hij die met een schroevendraaier op slot. Daarna nam hij een tangetje terwijl hoop begon te bloeien in mijn borst en ja hoor. Een halve minuut later stak hij de reservesleutel er in en het slot sprong open. 

Dat geloof je toch niet? 

Ik zei: "Je bent de held van de dag! Wat krijg je van me?" Half en half verwachtte ik een de zenuwen want dat is toch wel het geijkte Westfriese antwoord, maar nee, hij glimlachte en zei: "Graag gedaan."

Enigszins beduusd stonden we weer buiten. Met een fiets met werkend slot. En geen €40 lichter. 
Één keer raden waar wij vanaf nu af aan naartoe gaan met fietsproblemen! 




zondag 6 juli 2025

Eigenwijze Nederlanders

 Vorige week kwam er op Too Good To Go (ken je die app? Echt een aanrader! Eten dat op of over de datum is wordt voor 1/3 van de prijs verkocht, en zo red je zowel het milieu als je portemonnee) een "Dolci" pakket bij Mercato Italiano op het industrieterrein in Heiloo. Nu weet ik dat veel van die dolci glutenvrij zijn, want amandelen en abrikozenpitmeel en zo, dus leek het me een leuke traktatie voor Sophie, die geen tarwe verdraagt maar wel middenin het leren voor haar laatste proefwerkweek zat. Ook was het prachtig weer. De winkel is een kilometer of tien bij ons vandaan. Ik voelde me goed. Fietsen? 

Ben was natuurlijk meteen aan boord en we stapten op de fiets. Op de terugweg zouden we nóg een TGTG halen, namelijk een broodbox voor Ben in Oudorp. De ophaaltijden kwamen precies handig uit, maar we hadden niet héél veel marge. Geeft niks, toch? De zon scheen, er was weinig wind, mij kun je toch niet gelukkiger maken, hoor.

Het was een overheerlijk tochtje, alleen onderbroken door het feit dat mijn geliefde echtgenoot de weg - die hij jarenlang dagelijks fietste want hij wérkte nota bene op datzelfde industrieterrein als waar we nu heen gingen - vergeten was. Dus ietsje later dan gepland reden we op het fietspad van Alkmaar naar Heiloo, langs de afvalverbranding (dat grote rode gebouw wat je al van verre ziet op de A9). 
Toen stond er plots een bord. Afsluiting, omleiding.
Tsja. Wat doe je dan, als Nederlandse fietser? Negeren, toch? Zal wel meevallen, toch? We fietsten door. Nog een bord. We fietsten door. Intussen konden we de gebouwen van het industrieterrein al zien, nog geen 100 meter verderop. We haalden wat voetgangers in en toen... stond er plots een hek. Een echt hek, volledig over het fietspad. Maar het was wel aan één kant opengemaakt. Wat zei ik in de titel ook weer over Nederlanders? Ik keek Ben aan. "Wanna lift it?" "Sure."
Ik stapte over het opengemaakte hek en pakte mijn fiets aan. Ben tilde zijn eigen fiets over het hek en we liepen verder, fietsen aan de hand. De weg was opgebroken maar op het zand kon je prima lopen, en te zien aan de hoeveelheid fietssporen waren we verreweg niet de eersten die dit deden. Wat wandelaars kwamen ons van de andere kant tegemoet en ik moest lachen. 
"We hebben onze eigenwijze Nederlanderbadge weer verdiend!" grapte ik tegen ze, en ook zij moesten lachen. 
Even dacht ik nog, zo'n 50 meter verderop, dat we er écht niet langs konden, want er was een heel gat in de weg waar blijkbaar aan de riolering gewerkt werd o.i.d.. Niet die dag, natuurlijk, want het was zaterdag. Maar je bleek er toch langs te kunnen, vanaf de zijkant, en zo kwamen we veilig bij het hek aan de andere kant, wat zelfs helemaal opengetrokken was zodat we er zó doorheen konden lopen. 

Yep. We zijn ook allemaal zo eigenwijs ;-)

(P.S. de dolci waren inderdaad vrijwel allemaal geschikt voor Sophie en we redden het ook nog om op tijd te zijn bij de volgende box, die letterlijk zo vol met heerlijke broden zat dat de vriezer thuis gillend wegrende!)

zondag 29 juni 2025

Verwikkelingen in de Action

Hoewel ik een rasechte introvert ben die helemaal niet houdt van mensenmassa's, groepen, feesten etc, maar liever lekker thuis en in het park is met mijn gezin of met één vriendin tegelijk, die als het enigszins kan de zelfscankassa's gebruikt zodat ik lekker in mijn eigen bubbel kan blijven, ben ik prima in staat om met wie dan ook te ouweh*eren over niks. Ik ben altijd degene die wordt aangesproken om de weg aan te vragen, die haar talen spreekt dus nog even ergens wat tolkt, die even een verloren kind opvangt en naar de ouders brengt, etc. etc.. 

Gisteren was ik in de Action om een kaarsje te kopen voor mijn arme moeder, die in het ziekenhuis ligt met een ontsteking (zie hier één van de redenen voor het grote gebrek aan actie op dit blog de laatste tijd. Alle positieve gedachten naar haar worden enorm gewaardeerd!) en ik stond aan de kassa. 
Een oudere vrouw kwam plots langs de rij met haar karretje en kwam naast me staan. Ik keek haar vragend aan. 
"Ja." sprak ze hulpeloos, en gebaarde naar de lege tas in haar kar. "Ik heb niks!"
Het ongemak straalde van haar af terwijl ze keek naar de man voor ons, die niks doorhad en dus ook niet opzij stapte. Tja. Wat doe je dan? 
"Mag deze mevrouw er misschien even langs?" sprak ik toen vrolijk. De man keek op en ging direct opzij
"Ja, natuurlijk!"
De mevrouw met het karretje schuifelde erlangs en verdween. 

Ik liep naar buiten maar besefte toen dat ik eigenlijk beter ook een houten plankje had kunnen meenemen, waarop ik dingen zou kunnen lijmen. Okee. Toch maar weer naar binnen. Ik zocht even en vond toen wat ik wilde, en liep weer terug naar de kassa, waar intussen natuurlijk een nieuwe rij stond. Dit keer ging ik in de andere rij staan. Een oudere man drentelde wat rond, een meter voor de wachtenden, dus ik vroeg hem of hij in de rij stond. 
"Eh. Nee, nee. Nog niet."
Ik glimlachte naar hem en ging op mijn plek staan. De man bleef achter mij drentelen, totdat opeens de vrouw die aan het afrekenen was riep: 
"Fred! Fred! Kom je?"
De man stapte naar voren maar ging toen pal naast mij staan en bleef daar ook staan. Intussen begon ik te vermoeden dat deze man in de war was, dus ik zei vriendelijk:
"Gaat u maar, hoor!"
Toen ging de man vlak voor me staan, alsof hij in de rij stond. Tja, wat doe je dan? Het is niet echt aan mij om hem te dirigeren naar zijn vrouw natuurlijk want het is, in de war of niet, een volwassen man. Maar hij stond daar zo hulpeloos en ik wist even niet zo goed wat te doen met de situatie. Totdat mijn plankje al gescand werd en de man in ene zijn portemonnee uit zijn broekzak haalde! Whoa! 
Ik keek in alarm naar zijn vrouw, maar die zei of deed niets. 
"Hier gaat geloof ik iets niet helemaal goed." zei ik toen maar gauw.
Dat deed de vrouw opkijken en ze riep hem weer. Toen liep hij door, vergoeilijkend iets mompelend tegen zichzelf over dat het ook een verwarrende situatie was geweest. Ik betaalde het plankje en liep naar buiten, maar de man spookte nog een poos door mijn gedachten. Had ik anders moeten reageren? Had ik eerder moeten zeggen: Meneer, uw vrouw staat daar, loop daar maar naartoe? Maar ja... wie ben ik om dat te doen? 

Het is nu een dag later, en eigenlijk weet ik het nog altijd niet. 



(goeie compositie ook met die fiets daar maar tja, je bent Nederlander of je bent het niet, toch?)




dinsdag 22 april 2025

Pasen 2025: eieren zoeken als je 15 bent?

 Tuurlijk, ik ben hartstikke bevooroordeeld, maar ik vind mijn tiener dus bijzonder leuk. Ze is gezellig, lief en grappig, brengt heel graag tijd door met haar moeder, en we hebben het fijn samen. 
Al sinds ze een klein meisje was verstop ik met Pasen eieren in de kamer en/of tuin. Gewéldig, vond ze dat altijd. Een hoogtepunt. En nu is ze 15 en stond ik in de supermarkt voor paasspekken en stopte ze toch maar weer in het mandje. Natuurlijk is het anders dan toen. Maar toch. 

Goed, zo kwam het dus dat ik op eerste Paasdag in alle vroegte 21 spekken verstopte in de woonkamer (waarom 21? Nou, dat is het getal dat je krijgt als je van plan bent er 20 te verstoppen en dan als je klaar bent met verstoppen toch nog de meest perfecte plek hebt gemist ;-)). Toen Sophie beneden kwam zag ze al gauw het eerste spekje. Oogjes begonnen te glimmen en ze stortte zich enthousiast op de zoektocht. Ik zat mee te genieten in mijn stoel, en later (zoeken is nu niet echt haar grootste talent) wat mee te souffleren voor de laatste spekjes. Natuurlijk was de allerlaatste zó goed zoek dat ik me zelf ook begon af te vragen of ik dan oprecht niet tot 21 kon tellen, maar Ben redde de dag door die te vinden in de blender. Ik pakte een houten barbecuestaafprikkerdinggeval (zo heten die toch?) uit de kast en roosterde het eerste spekje boven het gasfornuis. Het duurde niet lang voor Sophie de kunst van het marshmallow roosteren had geperfectioneerd en ze trots kwam laten zien hoe mooi bruin ze waren, hoe heerlijk zacht van binnen, vóór ze glunderend in haar mond te steken. 

Het was top. 

Maar het mooiste moment was toen ze naar me toekwam, elf spekken achter de kiezen, me een dikke knuffel gaf en op haar rustige toon zei: "good hunt. Thank you."

Ik hou hier zo van. Gewone dingen, opgelicht tot bijzondere dingen. Zo lang zij het tof vindt (en laten we wel wezen, ik zou het zelf ook nog leuk vinden als iemand een speurtocht voor me uitzette dus hee ;-)) ga ik lekker door met mooie momenten creëren <3 




zondag 13 april 2025

Wat een idioot...

 De eerste leerling is achter de rug. Buiten is het heerlijk weer. Tijd om te wandelen en meteen even de boodschappen te doen. Ik check de koelkast voor vertrek. Er zijn nog worstjes, goed tot vandaag, maar de verder lege plank vertelt me dat het wel tijd wordt voor nieuwe eiwit-voorraad. En ik heb trek in kip, later met mijn haverchapati.

Ik wandel het park in. Wat een heerlijk zonnetje, niet koud, weinig wind. Ideaal. Ik voel me prima dus ik besluit al snel de lange route te nemen en dan door te wandelen naar het winkelcentrumpje om de hoek. In het park krijg ik mail van Vinted: het kattenjurkje is binnen! Ik kan dat meteen wel even ophalen. In de buurt van het winkelcentrum voel ik dat ik een beetje door mijn energie heenraak: ik zal moeten oppassen, want er komen straks nog meer leerlingen. Ik haal het pakketje op en loop door naar de Albert Heijn. Ik pak vast nieuwe bioworstjes, goed tot 18/4. Dat is lekker lang. Een kip voegt zich bij de worst, met lekkere biologische paprika's, en de frambozen zijn niet leverbaar dus ik stop bevroren blauwe bessen in het mandje. Dan loop ik gauw weer naar huis. 
Intussen weet ik dat ik mezelf wat tijd moet geven om te zitten dus ik besluit om dingen maar even om te draaien: voor het lesgeven maar even simpel alleen wat worstjes te eten en een schaaltje blauwe bessen, die chapati komt dan voor het avondeten wel. Ik doe ze meteen wel in de pan, joh, want dan kan ik de rest van de boodschappen uitpakken terwijl ze bakken (rijmen/dichten/hemd/lichten). Lekker efficiënt, niet? Pakje open, worstjes glijden in de pan, en direct besef ik mijn fout. 

Serieus. Heb ik nu echt de NIEUWE worstjes in de pan gedaan? Terwijl de oude vandaag klaargemaakt moeten worden? Wat een idioot...



dinsdag 1 april 2025

Kikker in je bil...

 Na het daverende succes van de eendjes vorig jaar, had ik al een maand of elf de volgende één april grap in huis. 

Kikkers. 

Het ging nog bijna mis want ik heb echt, écht geen pokerface, maar gelukkig was ik erg moe toen Sophie van de week vroeg:
"What are you doing this year for April Fool's?"
Ik bromde wat en haalde mijn schouders op alsof dát nu wel ongeveer het láátste was waar ik ooit aan gedacht had. Ze trapte er in, hihihi. 

Vanmorgen was ik vroeg wakker en ik sloop de trap af naar mijn stoel, waarachter de intussen genummerde kikkers lagen te wachten in hun zakje, verstopt onder een tasje. Ik legde ze overal. En ik maakte een blaadje met 113 nummers erop en legde dat op tafel. (Lieve vriendin Miranda vroeg, toen ik vertelde dat ik ze had genummerd: "Welk nummer heb je overgeslagen?" Ik reageerde met: "Wat ben jij gemeen en briljant!" Maar nee hoor, ik sloeg niks over). 

Ben was als eerste beneden. Hij zag een kikker, maar niets klikte nog. Hij zag nog een kikker. 
Het was bij de vierde kikker dat hij opkeek. 
"There are a lot of frogs here."
Hi-la-risch. 
Intussen was het eindelijk tijd om Sophie wakker te maken dus ik liep met twee kikkers in mijn hand naar boven en legde er stiekem één op haar kussen naast haar en ééntje op haar boek voor Engels. 
En dan ziet ze dat dus niet, hè. En ik maar hints strooien. Is dit je favoriete kussensloop? Hoe gaat het met Wuthering Heights? Nee hoor, niks. 
Tot ze uiteindelijk omrolde en de kikker zag en direct doorhad hoe laat het was. 

Het is echt heerlijk om, als aanstichtster, in je stoel te zitten en ze kikkers te zien zoeken. Geweldig. Ben zegt niet zoveel maar je ziet hem genieten. Sophie is wat duidelijker in haar mimiek, hahaha. 

En dan nu de tussenstand: ik meen dat er nog 20 kikkers van de 113 kwijt zijn. Sophie heeft nog niet door dat er ook kikkers in de studio zijn, geloof ik. De pret zal nog even doorgaan want de komende tijd komen er uit de gekste plekken in ene kikkers zetten.
Ik hou hiervan. 





Doen jullie ooit iets op 1 april? 

 

Hyperacusis: hoe het verder ging

Je knippert, terwijl je herstelt van zoiets, en zomaar zijn er maanden voorbij. Deze update typte ik grotendeels op 1 december vorig jaar. En ik deelde hem nog niet, omdat ik het wilde nalezen, en dat... nou, dat gebeurde dus niet. Deze winter was er echt eentje van naar binnen keren. Maar goed. Hier alsnog de update, beginnend in december!

 
Ik heb besloten om open te delen over het proces waar ik een maand of twee geleden ingeworpen werd. Omdat het zo waardevol is als mensen dat durven. Omdat het goed is als mensen meer weten of kunnen vinden over dingen waar ze zelf of hun geliefden misschien wel ooit tegenaan lopen. Omdat we allemaal mensen zijn en ook moeilijke dingen erbij horen.   

Mocht je deel 1 en 2 nog niet hebben gelezen, dan kan dat door eventjes door te klikken naar vorige blogs :-)


Bizar, hoe snel dingen ineens kunnen gaan als je de ingang eindelijk hebt gevonden. Op dezelfde maandag dat ik het telefoontje kreeg van de poli was ik aan het lesgeven toen ik gebeld werd door een onbekend nummer. Een zeer prettige vrouwenstem stelde zich voor als een medewerkster van het audiologisch centrum. 
"Wij hebben morgen een telefonische afspraak, maar die kan helaas niet doorgaan. Ik wilde even een nieuwe afspraak maken."
Wacht. Morgen een afspraak? Dat was volgende week, toch? De vrouw vervolgde voordat ik kon besluiten wat ik zou zeggen. 
"Oh! Ik zie hier dat het pas volgende week was. Maar goed. Ik kan nu even, of anders later."
"Wat fijn!" zei ik dan maar, terwijl ik mijn leerling (die ik gelukkig goed ken) betekenisvol aankeek. "Later is op zich handiger, maar anders maak ik nu tijd."
"Nee hoor, ik bel dan vanmiddag even, ik weet alleen niet hoe laat."

Ik bedankte haar en hing op. Hebben jullie dat ook, dat je vaak direct weet dat je een goede klik met iemand hebt? 

In de middag belde ze inderdaad terug, terwijl ik wandelde. De audiologisch psychologe, zoals ze zich voorstelde, bleek inderdaad bijzonder prettig en kundig. Ook had ze heel snel door met wat voor iemand ze te maken had. 
"We hebben bijvoorbeeld een behandelgroep." zei ze, terwijl ik nog in het park liep. "Waar mensen leren omgaan met de beperkingen."
"Ik ben niet echt een groepsmens." antwoordde ik eerlijk. "Behalve als ik ervoor sta."
Ze lachte, gaf me nog maar eens een compliment over hoe ik er mee omging, en praatte verder. 
Ik kreeg enorm veel informatie van haar. Zo vertelde ze dat ik inderdaad vooral zo min mogelijk moest beschermen, behalve bij musiceren en harde geluiden, omdat het brein er als het ware weer aan moet wennen. Ze benadrukte de rol van rust. En ze vertelde dat in haar ervaring situaties zoals de mijne doorgaans verbeteren. Ze nam uitgebreid de tijd en aan het einde van het gesprek gaf ze aan dat ze de audioloog zou spreken, de dag er na, en dat ik dan gebeld zou worden voor een afspraak. 

Ik bedankte haar voor zeker de vierde keer en we hingen op. 

Intussen had ik natuurlijk gemerkt dat dat van die rust echt klopte. Ik ben doorgaans een bijzonder intrinsiek gemotiveerd iemand maar ik had werkelijk nérgens zin in. Niet in wandelen (deed ik toch), niet in fietsen, (deed ik toch), niet in schrijven (deed ik wel maar minder dan normaal) en zelfs niet in viool studeren. Zang studeren ging sowieso niet want echt uitzingen was geen goed plan. Ik was zo ontzettend duizelig en had zo enorm veel hoofdpijn dat ik er amper van kon eten. 
Dus zo bracht ik mijn tijd door. In mijn eigen bubbel, thuis en in het park en hooguit even snel in de supermarkt. En ik gaf me er maar aan over. Misschien was dat wel precies wat ik nodig had? 


Het was nog maar een week later dat ik in het audiologisch centrum zat. Eerst kreeg ik een gehoortest van alweer een superaardige en kundige vrouw en die sprak de legendarische woorden die alles veranderden: 
Ik zie geen gehoorschade. 
Iets in mij sprong terug op zijn plek. In de wachtkamer wachtte ik vervolgens op de audioloog. 
"Ik denk dat het een virus is." sprak die even later. "Iets dat op het middenoor of op het evenwichtsorgaan is gaan zitten. Bescherm je oren altijd als je muziek maakt. Ik denk dat je nog een aantal maanden gevoelig zult blijven maar ik denk wel dat het zal verbeteren. Ook is het brein goed in nieuwe wegen vinden om met dingen om te gaan."

Een virus. Ik bedankte de audioloog en ik stond weer buiten. 
Een virus. Het woord gonste door me heen. Geen gehoorschade. De toekomst zag (en ziet) er nog altijd onzeker uit maar al heel, heel anders dan een maand of twee geleden. 

Voortvarend ging ik de weken er na naar allerlei therapeuten. Ostheopaat, homeopaat, acupunctuur. De duizeligheid verdween, de hoofdpijn bleef maar na nog een week of twee gaat ook dat gelukkig al een eind beter. 

En dat brengt me tot vandaag. 1 december, de eerste dag van de advent, de eerste luikjes van de kalenders die ik vulde zijn vandaag geopend. Ik kan weer redelijk functioneren. Het oor gaat op en neer, sommige dagen gaat het in ene weer minder, andere beter. Het is gevoelig maar lesgeven gaat met oordop, viool en piano studeren ook. Ik begin weer een beetje te zingen, heel voorzichtig, hier en daar. Ik kan gewoon even naar de supermarkt zonder al te veel problemen. Ik trek de weg redelijk, al blijven brommers afschuwelijk. Ik kan weer even de stad in. 
Al met al ben ik positief gezind over de kant die het op gaat.
Hoop je met me mee dat dit hele verhaal over een poosje gewoon een herinnering is, en geen dagelijkse realiteit meer?  


Update eind Maart 2025.

Het laatste nieuws is dat het redelijk gaat. Ik kan muziek maken en lesgeven, maar wel met oordop. Wat dat betekent voor de uitvoeringspraktijk weet ik nog niet zo goed: ik gaf laatst een concert waarin ook ensemble gezongen werd en dat was erg lastig met dop. Zelf zingen en zangers begeleiden op de piano gaat, maar dat vioolspelen niet zonder dop kan blijft een dreun omdat dat de hele klankontwikkeling verandert. De richting van het herstel is nog altijd op, maar de laatste twee weken was ik verkouden en dan krijg ik een terugslag. 
Hoe dat er in de toekomst uit gaat zien weet ik niet, en wat voor effect dat heeft op mijn leven ook niet. Momenteel kan ik bijvoorbeeld wel vrij normaal de stad in, maar brommers, rolkoffertjes, mandjes die neergekwakt worden en straatorgels zijn echt niet leuk. Harde geluiden in de keuken worden nog altijd vermeden. Zo heeft Ben heeft de liefdevolle gewoonte ontwikkeld om "CLANG!" te zeggen, vóórdat hij de pan of deksel uit de la pakt zodat ik mijn oor dicht kan doen. Of "WHIRR!" voordat hij zijn koffiebonen maalt. Autorijden gaat, maar langere afstanden vindt het oor nog niet zo leuk, en wat dat betekent voor vakanties en familiebezoekjes weet ik ook al nog niet (begin je te begrijpen waarom deze update op zich liet wachten?). Ik kan weer gewoon praten met mensen, zelfs als er meerdere zijn, alleen echt hard gepraat en huilende kinderen zijn nog heel vervelend. 

Intussen zijn we een half jaar onderweg. De KNO arts zei: het kan wel een jaar duren. 
Al met al ben ik dus nog altijd hoopvol gezind, maar wat er overblijft? Ik weet het niet. 


Mocht je hier nu zijn gekomen omdat je zelf hiermee te maken hebt, stuur me gerust een berichtje. Mijn grootste tips and tricks (maar hee, er zijn enorm veel oorzaken en dus ook enorm veel verschillende casussen en oplossingen, dus ik zeg niet dat dit dé waarheid is, he):
 - Beschermen als het moet. Dus niet zover over de grenzen dat je horendol bent geworden, want dat helpt niks.
 - Waar het kan niet beschermen. Ik ben vrij snel gestopt met oordoppen dragen buiten, en doe dan af en toe bij harde geluiden mijn oor dicht met mijn vinger. Ik merkte dat, als ik b.v. noise cancelling headphones droeg, het daarna helemaal niet meer te harden was. Je traint a.h.w. je hersenen weer om gewone geluiden te accepteren. 
 - Doe dit liefdevol naar jezelf. Zoals alles. We hoeven niet van nul naar honderd. Daar zit ook nog tien tussen, twintig, etc. Het mag in stapjes. 


Hopelijk deel ik over een paar maanden een nieuwe update waarin ik kan zeggen dat ook die laatste beperkingen verdwenen zijn. Bedankt voor alle lieve berichten, voor de positieve vibes en voor dat er aan me gedacht wordt! <3





zaterdag 22 maart 2025

Ode aan de Lente

 Ik zat zojuist buiten, in de tuin, op het bankje een beetje te schrijven in een mooi boekje, onder de nog kale takken van de appelboom die serieus lijkt te overwegen of vandáág de juiste dag is om te ontploffen in een zee van bleekroze bloesems. 

Ik hou zo van dit begin. Het heerlijke gevoel van opluchtende eindeloosheid, van de winter die nooit verder weg is dan nu, van oneindig licht en warmte in het vooruitzicht. Van je opvouwen in de stoel met een boek, zonder kruik en dekentje, terwijl rozen uitbotten en zich klaarmaken om te ontvouwen in donkerroze. Van de eerste vlinder (een citroengeeltje, dit jaar) en de eerste hommel, van houten spellen spelen in de avond in het park want het is toch nog licht en droog en warm genoeg, van mogelijkheden en energie en groen en kleurenpracht en plafonds van wuivende, nieuw geboren bladeren boven mijn neus, die gulzig de geuren van ontluikende natuur opsnuift. Van de kachel uit en de deur open, terwijl het genadig nog te vroeg is voor fruitvliegjes en muggen. 

Overheerlijk, dit. 




zondag 2 maart 2025

Als een kies trekken goed fout gaat

Stilte, diepe stilte is er geweest op mijn blog. En dat terwijl er verschillende draughts klaar stonden, met updates over de hyperacusis, en andere dingen. Maar in ene stonden de afgelopen paar maanden, na een bijzonder intensief jaar (mocht je dit niet mee hebben gekregen kijk gerust even naar wat vorige blogjes :)), in het teken van herstellen. 
En dat ging eigenlijk best behoorlijk. 
Maar toen moest vorige week vrijdag mijn verstandskies getrokken worden.

Nu hoor ik je denken. "Je verstandskies? Was jij niet in de veertig?"
Yep. Anke, die doorgaans nogal vroeg begon met van alles, kreeg haar tanden en kiezen altijd heel laat. Ik had zeg maar eerder mijn VWO diploma dan mijn laatste kiezen gewisseld. Dus wellicht kon het daardoor komen dat ik op mijn 42-ste, toen ik er nooit meer eentje had verwacht, in ene een halve verstandskies kreeg. 
Een halve, ja. Tuurlijk, het hele ding bestond, maar de helft brak maar door in een Munch-achtige houding, vertwijfeld naar boven starend en roepend. "Help! Ik heb geen plek! Ik kan er niet langs!"
En  weet je wat er dan gebeurt? Nou, dan halen ze 'm er dus uit. Béétje jammer. 

Op vrijdagochtend kwam ik aan in het ziekenhuis, gewapend met hulptroepen (mijn moeder), een koptelefoon en solo Bachviool, zodat ik in een zen-wolk de behandeling kon doormaken. Wat me eigenlijk prima af ging. Halverwege de fuga van de eerste sonate begreep ik aan de bewegende hechtdraad boven me dat de kies eruit was. Triomfantelijk stond ik weer buiten. Klaar! Ik beet netjes op het gaasje tussen mijn tanden en we besloten om meteen maar even paracetamol en zo te kopen in de Mare. In de Holland and Barrett kocht ik voor één keer lekker zacht glutenvrij brood. Mijn normale chapati's leken me even niet zo verstandig. Ik vertelde de aardige mevrouw achter de kassa waarom en ze wenste me een fijn weekend. "Dat gaat nu vast lukken!"
Ik was zo blij dat alles achter de rug was dat ik ook nog heerlijk 6 kilometer ging wandelen in het park. Het was de eerste lente-achtige dag! Daar moet je van genieten, toch? Ik richtte mijn aangezicht richting de hemel en slurpte de zonnestralen op. 

En toen... 
Nou, toen ging het dus enorm veel pijn doen. En zwol het gigantisch op. Zaterdag en zondag waren niet grappig. Ik begon me zorgen te maken over of dit wel normaal was. Op maandagochtend belde ik de poli en mocht in de middag even langskomen. 
"Ja hoor, dit valt nog onder normaal." sprak de kaakchirurg. "Ik zal het wel even schoonspuiten om te checken of er geen vuil in zit. Dit is de piek, hierna wordt het minder."
Nou, jongens. Ik heb toch echt een vrij goed sociaal masker, mij heb je niet snel. Maar als je mij aan het gillen krijgt, dan weet je dus dat het echt pijn doet. Ze schreef me een sterkere pijnstiller voor en we gingen weer terug naar huis, maar eenmaal daar maakte ik me zorgen. Ze had niks gezegd over de harde, pijnlijke bult die in mijn wang zat. Kwam dit wel goed?
 
De nacht van maandag op dinsdag was Echt. Niet. Grappig. Ik had zo'n ontzettende pijn dat niets meer hielp. De pijnstiller durfde ik niet te nemen wegens bekende bijwerkingen voor je buik, dus ik zat het uit en belde zodra de poli open ging weer. 
"Heeft u de tramadol genomen?" sprak de assistente. 
"Nee, maar die heb ik überhaupt nog niet genomen deze hele week dus dat is niet veranderd."
"Tja." sprak ze belerend. "Als u de pijnstiller niet neemt is het natuurlijk niet zo raar dat u pijn heeft, hè?"
Iets in mij gilde maar ik bleef rustig.
"Nou, ik heb in het hele proces alleen paracetamol genomen, dus ik kan goed beoordelen dat het in ene een stuk pijnlijker is geworden. En de arts zei dat het nu juist beter zou moeten worden."
"Oh. Ik zal even overleggen."
Nog geen tien seconden later was ze terug.
"Kunt u langskomen om 13:20?"
 
Daar gingen we weer. Een andere dokter dit keer (overigens zijn ze allemaal even aardig). Hij betastte mijn wang terwijl ik kreunde van de pijn en knikte meelevend. 
"U heeft een abces. Ik zal het open moeten maken. Ik ga het wel verdoven, maar helaas werkt de verdoving in dit soort gevallen niet goed. Het zal dus flink pijn doen, daar moet u zich wel op instellen. U mag in de wachtkamer wachten, ongeveer een half uur à drie kwartier."
Beduusd stond ik buiten. En eerst dacht ik jeetje jongen, moet je dat nou wel melden? Nu zit ik me drie kwartier op te vreten als voorbereiding op heftige pijn. Maar ik kalmeerde mezelf. Want wat moet je? het moet toch gebeuren. Ik keerde in mezelf en probeerde rustig te blijven. 
Er is maar één weg en dat is er dwarsdoorheen. Goed dat 'ie me had voorbereid. 

Een half uur later lag ik weer in de stoel. Ogen dicht. En ja. Het was pijnlijk. Niet alleen dat, maar ook ranzig. 
"Heb je al pus gezien?" sprak de één tegen de ander. "Oh, daar een beetje. Oh, nu is het wel heel duidelijk."
Dan lig je daar dus hè, met je mond open, en het gaat over jóu! 
Even later ging de hechtdraad weer heen en weer boven mijn ogen. Een drain in mijn mond zodat eventuele troep eruit kon. Geen antibiotica, nog, legde de arts uit, meestal kan het lijf het nu zelf wel oplossen. 

Ik had er weinig fiducie in. 

De pijn was beduidend minder de rest van de dag maar de wang bleef zwellen, en zwellen, tot de huid glanste en pijn deed, en ik bang was dat er iets zou scheuren. Mijn mond kon intussen helemaal niet meer open, zelfs een lepel kreeg ik er niet in. Je raadt het al: woensdagochtend opende de poli en hing ik weer aan de lijn. 
"Kom maar deze kant op." sprak de vriendelijke assistente. 
En echt hè, als ze dat eenmaal zeggen... dan weet je dat je een ding hebt. Mijn lieve moeder kwam weer en ging met me mee. Ik meldde me aan bij de balie en maakte nog maar eens een grapje want mijn humor is vrij onvermurwbaar.
"Ja mooi he? Ik doe straks mee met een schoonheidswedstrijd." 

Weer een nieuwe arts, een hele jonge dit keer. Hij deed me eerst even heel veel zeer en stuurde me toen naar het lab om bloed te prikken. 
"Als de waardes redelijk zijn krijgt u antibiotica, anders moeten we een scan maken en nieuwe ingrepen doen."
Gezellig, zo'n ziekenhuis, joh. We werden gelukkig snel geholpen bij het lab en moesten vervolgens een uur tot anderhalf uur wachten op de uitslag. 
"Ik ga wel even naar buiten." zei ik aan de balie, met een zijdelingse blik op de wachtkamer waar ik al te veel tijd had doorgebracht. "Niet lang, want ik heb geen jas bij me."
Vriendelijke ogen in een prettig gezicht omlijst door halflang wit haar keken me aan. 
"Wil je anders mijn jas even lenen? Dan kun je lekker even wandelen."
Ik moest er bijna van huilen. Zei ze dit nu echt? Kwam ze nu echt achter de balie vandaan en liep ze nu echt naar haar locker om haar eigen persoonlijke jas te halen om die te lenen aan een wildvreemde patiënt? Ze kwam terug en hield een heerlijk warme jas voor me uit. 

En weet je? Dit bewaar ik in mijn hart. Dat iemand zoiets doet, voor een wildvreemde in een rotsituatie, die vervolgens even naar buiten kan, even hertjes en lama's kan kijken in de kinderboerderij om de hoek. Je wordt geleefd, op zo'n moment, en dit soort dingen maken dus echt het verschil. 

"Je waardes zijn redelijk." zei de arts toen we weer in zijn spreekkamer zaten. "Ik schrijf antibiotica voor, en je moet de hele tijd blijven masseren zodat de antibiotica zijn werk kan doen en het niet inkapselt."

Vanaf toen ging het steeds wat beter. Vrijdag ging de drain eruit bij alweer een andere arts, een wat oudere dit keer, die me op het hart drukte te bellen als het zou verslechteren en vooral te blijven masseren. 
"Doe je nog een beetje rustig aan?" sprak ze met de mensenkennis die je vast cadeau krijgt als je heel lang zo'n beroep hebt. "Je hebt een fikse ontsteking gehad!"
Ze legde uit dat het wel een paar weken kan duren voordat ik hersteld ben en mijn mond weer normaal open kan. 

Dus hier zit ik, zondagochtend, elk uur mijn wang masserend. Ik kan weer hele zachte dingen kauwen (al is mijn mond opendoen nog niet makkelijk). Er zit nog een bult in mijn wang maar die slinkt. De pijn is goed behapbaar. Hoop je en bid je mee dat het nu klaar is en inderdaad gauw over gaat? En dat het dan misschien voorlopig ook gewoon even rustig blijft, hier? 

Dank je wel :-)